KRIJGSMAN, Adrie



Liggend naakt II - Tekening van het naakt
…..
Oud, eroderend land,

ik hoor hier niet, hoor aan de waterkant,

waarlangs ik wandel, hand in hand


Onverstoord ademt zij voort, ook hier,

zoals haar hele wezen in mijn voortbestaat,

zoals ik haar in de gedichten vond,

ontsproten aan de evenaar,

met krullend langs de slapen vallend haar,

met de trage cadans van haar deining,

de luister van haar zachte tongval

en haar tengere postuur,

waarop ik zwervend met mijn stuurse,

blanke handen geen vat kreeg.


Zij wou niet trouwen, nooit gewild.

wel wulps en willoos wandelen,

haar voeten op het Drentse vilt

van heide, weide, mos in de bossen,

blad schoppend over het najaarsloof

of dansend op de planken banken

die langs de schelpenpaden stonden.


Hoe vaak ik daar ook met haar liep,

nooit kon ik haar doorgronden.

Als vlekken licht op donker Deurzendiep,

zo bleef haar mysterie daaronder gebonden.


Naar hemel reikend in haar ogen

zie ik de weidse wereldzee deinen,

aardomspannend gebogen,

met in zijn maanbewogen spiegel

de visuele kenmerken der sterren,

de configuraties en alles wat zich daar bevindt:

Een lang vergaan Utopia

aan fabelrijk ontstegen,

afkerig van kabaal.


Ik geef de schetslijn van haar shirt

met vingerveeg aan zonlicht vrij,

drink dan mijn koffie op,

als Socrates het gif uit de bokaal.



Liggend naakt XXXII - Spagaat - iii


In neonlichten liggen verstofte trilobieten ten toon

als oude webcamhoeren op hun waterbed,

om zich door haveloos ogende heren te laten beloeren.

De mens als merknaam,

door evolutie gepatenteerd


beheert sinds jaar en dag de petrefacten,

leert het natuurlijk erfgoed profylactisch te verklaren,

om de fragiele toekomst

van democratisch blaten

niet infantiel aan de grillige wil

van verstofte goden over te laten