JAPIN, Arthur


Een schitterend gebrek

…..

Het was ontij langs de Amstel. De golven sloegen over het pad. Zeven mensen stierven die nacht. Maar er was vollemaan. De wolken joegen. Ik bleef ongedeerd. Onderweg verloor ik mijn voile aan de wind. De regen sloeg mij in het gezicht en striemde mijn huid, maar ik hield niet in. Geen mens zag mij. De kou diende mij tot masker. Ik genoot ervan.

…..

Mijn dilemma was kort gezegd als volgt: Giacomo was de belichaming van mijn geluk. Als hij mij om mijn misvorming niet af zou wijzen, konden wij trouwen. Ik zou mijn geliefde voor de rest van mijn leven bij me hebben. Hijzelf diende daarvoor echter zijn ambities op te geven. Dit huwelijk zou elke kans op een loopbaan uitsluiten. Dit zou hem ongelukkig maken, mij zou het kwellen hem te zien lijden. Zijn ongeluk zou daarmee ook het mijne betekenen. Door nu mijn hart te volgen zou ik dus ons allebei voor altijd in het verderf storten. Wanneer ik echter tegen mijn gevoel in zou gaan en hem vrij zou laten, zou hij zijn dromen kunnen najagen en waarmaken. Ik zou dan wel ongelukkig zijn maar troost vinden in de wetenschap dat hij tenminste gelukkig was. Misschien zou hij even droevig zijn om mij, maar vast niet lang wanneer ik het zo speelde dat hij meende dat ik hem verraden had. Dan zou hij kwaad zijn, mij verwensen en uiteindelijk vergeten. Zo redeneerde ik. In het eerste geval zouden er twee ongelukkig zijn, in het laatste geval slechts een. De keus leek mij eenvoudig. Ik handelde mechanisch, zonder gehoor te geven aan mijn gevoel, dat ik tot driemaal toe met luide stem voor mijzelf doodverklaarde. De stappen die ik zetten moest, zette ik met een vastberadenheid die ik als kind eens had gezien bij Zoldo, een boer in Portobuffolè, die voor mijn ogen werd gebeten door een adder. Om hem gerust te stellen sprak ik tegen hem, geschrokken, sussend, maar de man zag of hoorde mij niet meer. Zijn aderen zwollen en werden zwart. Kalm als een levende dode deed hij wat hij doen moest om erger te voorkomen. Hij nam een zaag, zette zich zijn been onder de knie af en schroeide de stomp dicht, alles zonder één enkele keer te aarzelen.

…..

Het is officieel niet toegestaan de gevangenen iets naar het lijf te werpen, maar traditioneel is het hoogtepunt van dit vermaak juist dat men de tentoongestelden hard probeert te raken. Tegen een kleine vergoeding boven op de entreeprijs staat de portierster dan ook toe dat men voor dit doel onschuldige voorwerpen mee naar binnen brengt. Tussen de proppen en de schillen verstoppen de bezoekers echter niet zelden ook onrijpe appelen of erger. Zij willen waar voor hun geld, en de feestvreugde is ooit grote dan wanneer men aan de hoeren een kreet weet te ontlokken. Wie het lukt een van de meisjes bloed te trekken wordt door de menigte als held onthaald.

…..

Seksuele omgang tussen joden en christenen blijkt in Amsterdam bij wet ten strengste verboden. Naast vrijheid van godsdienst en vestiging wordt hun geen enkel privilege gegund en omdat zij vaak bemiddeld zijn en hoge boetes kunnen betalen, worden zij fanatiek vervolgd.

…..

Dit alles zie ik voor me in een flits. Maar ik ban de gedachte uit, zoals ik geleerd heb alles weg te denken wat ik niet wil zien. Het is te laat om de lust te keren. Onder mijn dijen voel ik de spieren van zijn buik samentrekken. Ik voel zijn leven in het mijne. Ik concentreer mij volledig op dit genot en met ongeveinsde opwinding rijd ik hem af.

…..