A KEMPIS, Thomas
Zo vergaat ’s werelds roem
/Sic transit gloria mundi
Een oude gewoonte legt men moeilijk af; en verder dan zijn eigen inzicht, laat niemand zich gaarne brengen
Je zult je ’s avonds altijd weer verheugen, als je de dag goed hebt besteed.
Niemand spreekt zonder gevaar als hij niet op tijd weet te zwijgen.
Van twee kwaden moet men altijd maar het minste kiezen.
Ach, domoor, wat maak je jezelf wijs dat je lang zult leven, terwijl je nog van geen dag zeker bent.
Blijf je gedragen als een reiziger, als een vreemdeling en gast op aarde
Nergens heb ik meer rust gevonden dan in bossen en boeken.
Zo dikwijls ik uit mijn eenzaamheid onder de mensen ging, zo dikwijls ben ik minder mens weergekeerd. /
Quoties inter homines fui, minor homo redii
Overal heb ik rust gezocht, en ik heb ze slechts gevonden in een hoekje met een boekje
./
In omnibus requiem quaesivi, et nusquam inveni nisi in angulo cum libro.
Wees van uw daden de meester en niet de slaaf.
De mens wikt maar God beschikt.
Op twee vleugels wordt de mens van het aardse omhoog gedragen: eenvoud en zuiverheid
De Imitatione Christi
/ Over de Navolging van Christus
…..
Men moet de ijdele oordelen der mensen niet vrezen
1. CHRISTUS. - Zoon, stel de rust van uw hart vast in de Heer, en vrees de oordelen der mensen niet, wanneer uw geweten van uw onschuld getuigt. Het is goed en zalig alzo te lijden, en dit zal ook niet zwaar vallen aan een ootmoedig hart dat meer op God dan op zichzelf betrouwt. De mensen zeggen veel, zeer veel; en daarom is er weinig geloof aan te geven. Het is ook onmogelijk allen te voldoen. Alhoewel Paulus getracht heeft eenieder te behagen in de Heer, en alles voor allen geworden is (1), nochtans achtte hij het voor de minste, voor de vierschaar der mensen te worden geoordeeld (2).
2. Hij heeft zijn best gedaan om anderen te stichten, en aan hun zaligheid gearbeid zoveel in zijn macht was; maar hij heeft niet kunnen beletten dat hij door sommige mensen veroordeeld en belasterd werd. Daarom heeft Hij zijn Hemelse Vader alles aanbevolen, wie alles bekend is; en heeft zichzelf door geduld en ootmoed gewapend tegen kwaadsprekende tongen, en tegen de ijdele en leugenachtige vermoedens van hen die alles naar willekeur uitbrachten. Nochtans heeft hij somtijds zich verantwoord, opdat de kranken door zijn stilzwijgen niet verergerd zouden worden.
3. Wie zijt gij dat gij vreest voor een sterfelijk mens? (3) Heden is hij, en morgen ziet men hem niet meer. Vrees God, en gij zult voor het schrikbarende van mensen niet beven. Wat kan een mens u doen met al zijn woorden en lasteren? Hij hindert zich erger dan u; en hij zal Gods woord niet ontgaan, wie hij ook zijn moge. Wat u betreft, heb God voor ogen, en wil nergens over twisten of klagen. Al schijnt gij nu te bezwijken, en onverdiend enige beschaamdheid te lijden, wil u daarom niet ontstellen, en verminder uw kroon niet door onlijdzaamheid. Maar wend liever uw ogen tot Mij in de hemel; tot Mij, die machtig ben u te verlossen uit alle beschaming en ongelijk, en aan eenieder te geven volgens zijn werken (4).
(1) 1 Kor. 9: 22 (2) 1 Kor. 4: 3 (3) Is. 51; 12 (4) Rom. 2: 6
…..
Zoek een gelegen tijd om met uzelf alleen te zijn en overdenk de weldaden van God.
Laat varen wat enkel uw nieuwsgierigheid prikkelt, en lees met aandacht geschriften waarin u eerder een aansporing tot verootmoediging vinden kunt dan stof om u bezig te houden.
Als u zich onttrekken wilt aan nodeloze gesprekken, aan een ijdel gaan van de een tot de ander, ook aan het opvangen van allerlei nieuws en gerucht, zult u overvloedig tijd vinden u te wijden aan vrome overdenkingen. . .
…..
wie het waarlijk verstaat innerlijk te leven, en weinig gewicht vermag te leggen op de dingen van buiten, is niet aangewezen op bijzondere plaatsen of tijden voor het houden van zijn geestelijke oefeningen. . . . De uitwendige bezigheid hindert hem niet, noch ook enige bezigheid die voor het ogenblik noodzakelijk is, maar hij weet zich in alles te schikken, zoals het gaan of komen mag.
…..