VAN ’T HEK, Youp
Ga toch uit elkaar
Vroeger nam je rozen
en cadeautjes voor d'r mee
Nu zit je met wokkels en een buik voor de teevee
De spanning is verdwenen, je leeft als broer en zus
Af en toe een poederdroge, impotente kus
Ach je kan niet zeggen dat je haar echt haat
Maar je bent met zijn tweeën uitgevreeën, uitgepraat
Het vuur dat is veranderd in een waakvlam, sudderpit
Je bent amper dertig, blijf niet zitten waar je zit
Maar ga toch uit elkaar, ga toch uit elkaar
Je vraagt nog uit gewoonte hoe het op z'n werk gaat
Maar hij antwoordt als een automatisch antwoordapparaat
Verder zijn de avonden zo angstaanjagend stil
Je vraagt je af: waarom slik ik in godsnaam nog de pil?
Uitsluitend uit routine ga je met elkaar naar bed
Maar je kijkt over z'n schouders of de wekker is gezet
Hij fluistert nu al jaren dezelfde woordjes in je oor
Maar hij denkt onderhand aan dat meisje op kantoor
Ga toch uit elkaar, ga toch uit elkaar
Waarom zou je in godsnaam langer blijven?
De woorden uit de liefdesbrieven die zijn niet meer waar
En je zou ze ook nooit meer kunnen schrijven
Ga toch uit elkaar, ga toch uit elkaar
Doe waarvan je al zo lang ligt te dromen
Neem die foto uit het lijstje en pak een grote schaar
En zoek een ander, een ander onderkomen
Het huwelijk was heilig toen je dat jawoord gaf
En om nu weg te lopen vind je eigenlijk maar laf
't Zou wat anders wezen zonder hypotheek en kind
Hoewel je ook beseft dat je nu nooit meer wordt bemind
Ga toch uit elkaar, ga toch uit elkaar
Je was ooit jongen / meisje en je bent nu vrouw en man
De vroegere verliefdheid noem je tactisch 'houden van'
Maar als je dan werkelijk echt van elkaar houdt
Maak elkaar dan gauw gelukkig en herstel die grote fout
Meneer Alzheimer
Meneer Alzheimer, ik wil even met u praten
Met mij gaat het nog goed, ik ben niet oud
In mijn gelei hierboven zitten nog geen gaten
Maar op een dag, en dat laat mij niet koud
Ben ik dit lied allang vergeten
Dan weet ik niet wat ik vanavond zong
Maar nu wil ik daar niets van weten
Want nu ben ik nog goed... en bij... en jong
Genoeg om even iets aan u te vragen
Mijn probleem is echt niet al te groot
Het gaat over mijn laatste dagen
Als u toeslaat, zo vlak voor mijn dood
Wilt u een beetje, een beetje selecteren
Zodat ik de mooie dingen wel onthou
Dus als ik in mijn stoel zit weg te teren
Dat ik nog even mag denken aan mijn vrouw
Met wie ik zoveel jaren heb gevreeën
Met wie ik zoveel uren heb gewoond
Dat ik nog een beetje weet hoe we het deden
Omdat mijn eigen lijf mij dat dan nooit meer toont
Ach ik wil best mijn hele boel vergeten
Ik weet zo al twaalf vrouwen op een rij
Van zeker drie zou ik de naam al niet meer weten
En de rest verzuipt ook in de grijze brij
Er is meer dan genoeg om mee te nemen
Pak mijn angsten, mijn wanhoop en verdriet
Pak ze, ik zal ze echt nooit claimen
Maar al het mooie, neem dat niet
Pak mijn geld, mijn leugens en mijn ruzies
En mijn iets te vaak verongelijkte toon
Maar laat aan mij een paar illusies
En de liefde voor mijn dochter en mijn zoon
En één ding mag u zeker pakken
Daarvoor ben ik nou eenmaal veel te laf
Misschien hoor ik daarom bij de slappe zakken
Maar ik smeek u: neem mij mijn doodsangst af
Zodat ik mooi en stil de wereld kan verlaten
Met een knipoog naar de mijnen, zonder angst
Meneer Alzheimer, valt daarover te praten?
Want voor doodgaan ben ik levenslang het bangst
Dus dat ik mooi en stil de wereld kan verlaten
Met een knipoog naar de mijnen, zonder angst
Meneer Alzheimer, valt daarover te praten?
Want voor doodgaan ben ik levenslang het bangst