WESTERA, Bette
Ik vind je zo mooi
Ik vind je zo mooi als de wolken
Ik vind je zo mooi als het strand
Zo mooi als een vis in het water
Zo mooi als een schelp in het zand
Ik vind je zo mooi als de bomen
Zo mooi als de bloeiende hei
Zo mooi als het rood van de rozen
Zo mooi als de merel in mei
Ik vind je zo mooi als de vlinders
Zo mooi als de zwaan op de plas
Ik vind je zo mooi als het water
Ik vind je zo mooi als het gras
Ik vind je zo mooi als sterren
Zo mooi als de maan in de gracht
Ik vind je zo mooi als de avond
Ik vind je zo mooi als de nacht
Verdriet
Verdriet voelt als een oude jas
Een warme jas, een koude jas
Een lege jas, een jas van jou
Met mottengaatjes in de mouw
Met zakken vol herinnering
De jas die rond jouw schouders hing
Verdriet heeft zeven knopen
ik doe ze dicht en open
ik kruip erin, in het verdriet
ik zoek je, maar ik vind je niet
Daar aan de kapstok naast de deur
hangt nog jouw zo vertrouwde geur
hangt nog de warme, koude jas
van jou toen jij nog bij me was