VAN HOUTEN, Boudewijn



Onze hoogmoed

…..
God, wat was ik ongelukkig in die tijd. Meisjes kon ik niet te pakken krijgen. En bij mijn vrienden vond ik geen geestverwantschap. Ik was student in de letteren. Eerstejaars. Ik hield van kunst, wilde kunstenaar worden en verlangde bovendien naar een leven in luxe.

…..
Hij is hij niet, zij is zij niet, en ik ben ik niet.

…..
Ik moest erkennen dat Max beter de weg wist in het leven dan ik.

…..
Tot ik merkte dat een rechtenstudie eigenlijk buitengewoon vervelend was. Dat trouw aan één vrouw de liefde uit mijn leven bande. Dat de deugdzamen slecht gezelschap waren.

…..