ASSISI, Francesco d’


…..
He who works with his hands is a workman. He who works with his hands and his head is a craftsman. He who works with his hands and his head and his heart is an artist.



Cantico di Frate Sole

Altissimu, onnipotente, bon Signore,

tue so’ le laude, la gloria e l’honore et onne benedictione.

Ad te solo, Altissimo, se konfàno et nullu homo ène dignu te mentovare.

Laudato sie, mi’ Signore, cum tucte le tue creature, spetialmente messor lo frate sole, lo qual è iorno, et allumini noi per lui. Et ellu è bellu e radiante cum grande splendore, de te, Altissimo, porta significatione.

Laudato si’, mi’ Signore, per sora luna e le stelle, in celu l’ài formate clarite et pretiose et belle.

Laudato si’, mi’ Signore, per frate vento et per aere et nubilo et sereno et onne tempo, per lo quale a le tue creature dai sustentamento.

Laudato si’, mi’ Signore, per sor’aqua, la quale è multo utile et humile et pretiosa et casta.

Laudato si’, mi' Signore, per frate focu, per lo quale ennallumini la nocte, et ello è bello et iocundo et robustoso et forte.

Laudato si’, mi’ Signore, per sora nostra matre terra, la quale ne sustenta et governa, et produce diversi fructi con coloriti flori et herba.
.....
Laudate et benedicete mi Signore et ringratiate et serviateli cum grande humilitate »



Zonnelied

O allerhoogste, almachtige goede Heer,

Aan U zij alle glorie, lof en eer,

En alle zegeningen,

En Gij alleen Heer, zijt daarvoor te roemen!

Geloofd zijt Gij, mijn Heer, om al de dingen,

Die Gij geschapen hebt. Bezonder moet gij zijn geloofd

Om Vrouw Me-zuster Zon, met ’t schone hoofd,

Die ons de dag geeft en waarmee Gij ons verlicht,

En zij is schoon en klaar en schitterend van gezicht

Van U mijn Heer, is zij ’t bediedsel en het teken.

Geloofd zijt gij mijn Heer, om Zuster Maan

En om de sterren, die Gij hierboven hebt ontsteken,

Waar zij zo klaar en puur, en schoon te flikkeren staan,

Geloofd zijt Gij mijn Heer, om Broeder Wind,

Om lucht en wolken, en om alle weer, ’t zij beter of ’t zij kwader,

Waarin elk schepsel zijn onderstand en voedsel vindt.

Geloofd zijt Gij mijn Heer, om d’edele Zuster Water,

Die zo gedienstig is, ootmoedig, fris en van natuur zo puur

Geloofd zijt gij mijn Heer, om Broeder Vuur,

Waarmee Gij ’s nachts ons geeft secure klaarte.

En hij is hel, en vrolijk, sterk en danig koen.

Geloofd zijt Gij mijn Heer om onze Zuster Moeder Aarde,

Die ons verzadigt en ons voedt,

Ons draagt, bewaart en ons behoedt,

En vele vruchten geeft, schone bloemen, kruid en groen.
…..
O looft en prijst de Heer, in grote dankbaarheid,

En dient Hem steeds in d’allerdiepste ootmoedigjheid!

Vertaling : Felix TIMMERMANS