VOGELS, Frida
Thuis
…..
Wie hier mag wonen.
Wie hier de seizoenen
ziet wisselen en de vertrouwde
patronen volgt: de keien voor zijn deur
en kade, water, brug; wie nooit
’s nachts opschrikt en zich elders weet;
wie nooit aankomt en alweer afscheid neemt;
wie hier mag wonen, en geen vrede heeft.