AL GALIDI, Rodaan


Mijn bestaan


Soms word ik wakker, bang

dat ik echt besta.

Angstig tast ik de muren af,

het bed, mijn nek

en zoek mijn gezicht,

maar ik kan het niet vinden.


Trillend sta ik op.

Ik doe het licht aan,

trek mijn onrust aan

en loop alleen

op de sneeuw die mijn hart bedekt.


Alles buiten

is nog steeds zoals het ooit gestapeld is.

Maar de wereld die mij koesterde,

tot ik ze geworden ben,

is verdwenen.