ZUIDERVELD, Rikkert


Als de stenen konden spreken

als de stenen konden spreken

zou ik zwijgen als het graf

dan zou ons geen brood ontbreken

was geen kind meer bang voor straf

dan zou er geen oorlog dreigen

elk gevaar zou zijn geweken

maar zolang de stenen zwijgen

zal ik spreken

als de stenen konden spreken

zou ik zwijgen als het graf

dan was zonneklaar gebleken

wat er koren is of kaf

elke dwingeland zou krijgen

wat hij altijd heeft ontweken

maar zolang de stenen zwijgen

zal ik spreken

als de stenen konden spreken

zou ik zwijgen als het graf

dan was er geen kaïnsteken

niemand droeg de bedelstaf

zouden wij onszelf ontstijgen

en de ban voorgoed verbreken

maar zolang de stenen zwijgen

zal ik spreken


De minnepijnboom

Ergens langs liefdeslanen

staat een boom van minnepijn,

met takken die van binnen zijn

gevuld met zilvren tranen.

De blad’ren zijn van stil verdriet

en liefdes rode wijn loom.

De oude treurwilg is het niet,

het is de minnepijnboom.


Een liefde kan niet blijven

en langzaam trekt ze soms voorbij,

een lichte bries die zingt in mij

van sparren en olijven,

van bossen en rivieren breed,

van Donou- en van Rijnstroom.

En met die bries waait al het leed

weg naar de minnepijnboom.

Er kwam een prins die troostte,

met wijn mijn dorsten leste.

Maar wat er kwam van ’t westen

verdween weer naar het westen.

Verwaaiend met de avondwind

nu ik van schone schijn droom

naar waar je liefdestranen vindt,

daar bij de minnepijnboom.

Wanneer hij die nu van mij houdt

zal weggaan door de lanen,

dan bracht ik al mijn tranen

naar ginder naar dat woud,

waar ik dan dronken van verdriet,

van liefdes rode wijn loom,

mijn mooiste dromen achterliet

daar bij de minnepijnboom.


Om de lente in je ogen

Waarom ik van je hou

Waarom ik van je hou

Om het meisje dat ik zag

Op die grijze najaarsdag

Om de dromen die jij najoeg

Om je zwijgend onvermogen

Om de scherven in je hart

Om de lente in je ogen

Waarom ik van je hou

Waarom ik van je hou

Om de koffie ’s morgens vroeg

Om de pijn die jij verdroeg

Om je schaterende lach

Jouw hosanna in de hoge

Om de zomer die voorbijgaat

Om de lente in je ogen

Waarom ik van je hou

Waarom ik van je hou

Om de vrouw die jij nu bent

De geheimen die je kent

Om de rimpels in je handen

Om de tranen die ze drogen

Om de winter die nog komt

Om de lente in je ogen



Een huis om in te schuilen


Geef me je hand als ik de weg niet vind
Als ik een kind ben dat verdwaald is in de tijd
En als de lange reis pas echt begint
Wees dan de engel die me leidt


Langs de stenen en de kuilen
Naar een huis om in te schuilen
Waar we lachen om het huilen van de wind
Om te spelen en te eten en alles te vergeten
En te weten dat jij er bent
Om te spelen en te eten en alles te vergeten
En te weten dat jij er bent


Jij bent de tuinman die mij water geeft
Jij bent de vogel die mij meedraagt op zijn rug
En als de vrede mij verlaten heeft
Breng je me altijd weer terug


Langs de stenen en de kuilen
…..

En als ook jij opeens geen weg meer weet
Wanneer je zweeft tussen de waarheid en de waan
Als je de sleutel zoekt die liefde heet
Weet dat ik met je mee zal gaan


Langs de stenen en de kuilen
…..

Jij die de liefde kent
Jij die een spiegel bent
Jij die jezelf herkent in mij
Wat ben ik blij, wat ben ik blij dat jij er bent
Dat jij er bent
Dat jij er bent