TROMP, Onno-Sven
Maestro
Toe, maestro, componeer nog wat gedichten,
jouw beste tijd is zeker niet voorbij.
Een goed gekozen woord maakt ons al blij,
jij kunt in één zin wonderen verrichten.
Voor vage kwalen mag je nimmer zwichten,
schuif je verdriet gedecideerd opzij.
We staan voor jouw geschriften in de rij,
jij kunt ons lot met je muziek verlichten.
Dus schrijf, en zet je verzen op papier,
maak met je wrochtsels onze dromen waar.
Het is toch veel te vroeg om te verstillen?
Pak snel een pen en doe ons een plezier,
beroer als virtuoos de tere snaar
die levenslang in ons zal blijven trillen.
Nazomer
Nu stil geluk zich in het raam laat vangen,
de rust van gevels, bomen, rode daken,
begin ik ervan overtuigd te raken
dat deze zomer lang zal blijven hangen.
En wat een wens was, wordt een sterk verlangen,
een wil om dit geheim niet kwijt te raken,
om dit moment tot eeuwigheid te maken,
dit schilderij dat nooit wordt opgehangen.
Toch voel ik dat er te veel onrust dreigt.
Ik zal vertrekken als de zomer zwijgt,
het einde komt, en ik doe er niets tegen.
Het duurt niet lang meer voor de herfst begint
te trekken aan de takken: harde wind
zal straks het stof weer uit de straten vegen.