DE BOCK, Walter



Tussen bank en troon , KNACK 31 augustus 2005

…..
Nathan Rothschild, zoon uit het wereldberoemde bankiersgeslacht dat zo veel kronen heeft gemaakt en gebroken, was voor het ontstaan van de onafhankelijke staat België nochtans belangrijker dan alle politici en diplomaten van die tijd samen. Met het al genoemde Dictaat van Calais sloeg de bankier een grote slag: hij zou, met zijn fondsen, de nieuwgeboren staat aan kasmiddelen helpen en dat voorschot uiteraard gegarandeerd terugkrijgen met de nodige renten.

Voor Rothschild betekende de Belgische onafhankelijkheid niet alleen de geboorte van een nieuwe klant, maar ook die van een makkelijk te hanteren pion op het internationale politiek schaakbord. Zijn naam was Leopold I van Saksen-Coburg.

De Britse financiële wereld overschaduwt op dat moment die van alle andere landen, ook omdat op het continent het politieke en economische gewicht van de adel en het grootgrondbezit uit het Ancien Régime de kapitalistische ontwikkeling blijft afremmen.

Eén bankiersfamilie spon in die tijd zijn macht uit over al die landen. De Rothschilds probeerden met vier broers in Wenen, Londen, Frankfurt en Parijs al die politieke tegenstellingen te overbruggen. Zij in de eerste plaats ijverden voor de handhaving van het nieuwe Europese status-quo, want zij waren sinds 1818 ongetwijfeld de machtigste internationale geldmachine.

…..
Amper een jaar later, in 1831, wordt op bevel van Londen prins Leopold van Saksen-Coburg node geaccepteerd als koning van België. De rol van de Rothschilds valt daarbij niet te onderschatten.

James De Rothschild komt na Nathans dood aan het hoofd van de bankiersfamilie.

Prins Leopold had vóór 1830 al wat te maken met de beroemde bankiers. Al wordt zijn nauwe relatie met hen - vóór en na 1830 - tot op vandaag erg geheimzinnig gehouden. Het staat vast dat de hertogen van Coburg rond 1800 nagenoeg geruïneerd werden door de Franse bezetting onder Napoleon. Al de staten van het hertogdom gingen toen verloren en Leopolds vader, erfprins Franz van Coburg, beschikte, volgens biograaf graaf Corti, vanaf die tijd over een jaarinkomen van amper 4,000 florijnen om de hele familie te onderhouden.

Prins Leopold beschikte als achtste kind van erfprins Franz van huize uit dus over geen noemenswaardig vermogen. Neen, men kan onmogelijk stellen dat het Huis Coburg in de 19e eeuw vanwege zijn grote economische armslag is doorgedrongen tot de top van de Europese adel. Er speelden andere relaties een doorslaggevende rol bij hun opgang,

Over de jeugdjaren schrijft graaf Corti: 'Men ziet er het businessinstinct bij Leopold opduiken dat er hem later toe zal brengen de rijkdom van België tot ontwikkeling te brengen en dat grotendeels zal bijdragen tot zijn succes.'

Wanneer de Duitse prins in 1816 naar het Britse hof vertrekt in gezelschap van zijn intimus Freiherr von Stockmar zorgen de politieke en financiële relaties in Londen ervoor dat hij in korte tijd uitgroeit tot een internationale politieke figuur. Belangrijk, zo niet doorslaggevend is daarbij ongetwijfeld dat hij in Londen bevriend raakte met de beroemde Nathan Rothschild, een spilfiguur in de Europese politiek en het internationale zakenleven van zijn tijd.

Vanaf de Londense periode zien we hoe de banden tussen Leopold en de Rothschild-bankiers in Parijs, Napels, Wenen en Londen steeds nauwer werden aangehaald, tot aan zijn dood in 1865. In 1845 zal bij de Britse Rothschilds zelfs een kleinzoon van Nathan Leopold worden gedoopt, naar de naam van een van grootvaders beste vrienden.

In de jaren die voorafgaan aan het Belgische koningschap is prins Leopold in Londen trouwens de man die door de Britse high society wordt vooruitgeschoven als kandidaat voor de Griekse troon. Van 1825 tot 1830 zal Leopold om die reden met Nathan onderhandelen over een plan tot financiering van de Griekse staat. Het wordt uiteindelijk evenwel niet de Griekse maar de Belgische troon. Met Nathan verandert alleen het thema van het gesprek.

Leopold en Rothschild plegen met elkaar nu overleg over het op de been helpen van de Belgische staatsfinanciën. Van 1830 tot 1865 staat Koning Leopold onafgebroken in contact met de Rothschilds, ook nadat Nathan in 1836 is gestorven en de leiding van de bankiersfamilie overgaat op broer James de Rothschild in Parijs. Geen van de broers komt in België zonder ontvangen te worden op het Koninklijk Paleis. Leopold ontmoet de broers ook vaak in het buitenland en is ontelbare malen hun gevierde gast in Parijs, Londen, Frankfurt of Napels.

De geruïneerde Coburgs uit Gotha zullen door toedoen van koning Leopold in de daaropvolgende jaren allianties aangaan met regerende vorsten of hun directe familie in Londen, Parijs en Lissabon. De adellijke huwelijken komen pas tot stand nadat over de financiële condities voor staatsleningen met de Rothschilds is onderhandeld.

Koning Leopold in Brussel is de Rothschilds letterlijk 'schatplichtig'. De cruciale gebeurtenissen na Leopolds troonsbestijging in juli 1831 maken dat meteen duidelijk.

Na de opstand tegen Oranje te Brussel in augustus 1830 stort het financiële leven van de zuidelijke provincies in elkaar. Eén bankinstelling domineert de hele economie en de geldcirculatie en vervult tevens de rol van staatskassier: de Société Générale de Belgique (Algemene Nederlandse Maatschappij ter begunstiging van de volksvlijt). Haar kapitaal is voor meer dan drievierde eigendom van haar oprichter, de Nederlandse koning Willem.

De Hollandse gouverneur ervan, jonker Repelaer van Driel, is bij het uitbreken van de opstand op de vlucht geslagen. Paniek maakt zich meester van het publiek dat zich tot de Société Générale wendt om zijn geld op te vragen. De geldcirculatie raakt ontwricht, de rijksfinanciën ontbreken om het staatsapparaat in staat te stellen normaal te functioneren. Het lot van de Belgische revolutie hangt letterlijk en figuurlijk af van de mogelijkheid om in het buitenland krediet te verkrijgen.

…..
Het dictaat van Calais

Pas op 20 december beslissen de Europese grootmachten op de Conferentie van Londen zich officieel neer te leggen bij de onafhankelijkheid van het land. De eerste stap naar de vrede in Europa - hoofdstreven van de Rothschilds - is hiermee gezet. De financiële en diplomatieke traktaties kunnen nu beginnen. In februari 1831 kiest het Nationaal Congres te Brussel de hertog van Nemours, zoon van de nieuwe Franse koning Louis Philippe, tot koning van België.

De Britse regering tekent onmiddellijk verzet aan omdat zij een te grote Franse invloed op het nieuwe België vreest. In de daaropvolgende maanden wordt de figuur van prins Leopold van Saksen-Coburg voor het eerst als troonpretendent naar voren geschoven. De invloed van zijn vriend Nathan Rothschild in Londen is daar zeker niet vreemd aan.

…..
Zij leggen daar die dag aan de Belgische regering het Dictaat van Calais voor dat de basis vormt voor hun controle over de financiën van het land tot na 1870. De regeringsdelegatie die in Calais van Nathan en James de harde condities voor de eerste Belgische staatslening verneemt, heeft niet de minste marge om te onderhandelen. In Brussel dringt koning Leopold trouwens aan op een onmiddellijk aanvaarden.

…..
Het inpalmen van het land kan beginnen. België is immers een veelbelovende industriële mogendheid. Koning Leopold zal nog vaak bewijzen dat hij niet alleen koning der Belgen, maar vooral ook een koning voor de Rothschilds was. Tot 1870 zullen de Rothschilds het merendeel van de Belgische staatsleningen verzorgen en zodoende ook het koninkrijk in hun greep houden.

Op 21 december 1831 hebben de Rothschilds de Belgische revolutie letterlijk op zak gestoken.

…..


Toespraak op het op 5 september 1996 gehouden congres van IISSG n.a.v. het verschijnen van het boek "Het Italiaanse Complex" van Tom Welschen

…..
Er ontstaan daarnaast begin jaren tachtig in extreem-rechtse kringen een soort private inlichtingen - annex actiediensten met een zwaartepunt in Brussel. Ze verrichten hand - en spandiensten voor politie- en inlichtingendiensten door het massaal verzamelen van informatie over de linkerzijde. Men noteert bijvoorbeeld de nummerplaten van democraten en van linkse mensen die manifestaties bezoeken. Maar ook woonplaatsen, lokalen van organisaties worden gescreend. De informatie wordt doorgegeven aan de officiële diensten. De deelnemers worden geschoold in politie- en inlichtingstechnieken door sleutelfiguren uit het leger en uit het extreem-rechtse milieu. Het is een vrij bangelijk fenomeen dat jarenlang extreem-rechtse jongeren steunpunten hadden in de Koninklijke Militaire School waar legerofficieren gevormd worden. Die gaven fysieke training, training op militaire domeinen met oorlogswapens. Ze leerden er een schietdiscipline, de zogenaamde "practical shooting". Ik ga even op deze techniek in omdat het juist deze techniek is die gebruikt is door de Bende van Nijvel. De techniek is gelanceerd door een majoor van het Amerikaanse leger. Zij heeft gedurende de jaren zeventig ruim ingang gevonden bij de blanke bevolking van Zuid-Afrika. Zij maakt gebruik van wapens van een zwaar kaliber, waarmee geschoten wordt om te doden, het is een oorlogstechniek gebruikt in vredestijd. Sinds de Franse revolutie is een dergelijke techniek verboden voor politie en andere ordehandhavers voor wie het basisprincipe is gaan gelden dat de openbare ordehandhavers niet als eersten schieten om te doden. Hun schieten moet in hoofdzaak een defensief schieten zijn, toegepast uit zelfverdediging. De practical shooting techniek is in veel landen gebruikt, maar niet als zodanig onderkend. Aan de basis van het practical shooting ligt het idee, een ideologie van een zuiver fascistisch gehalte. De trainingen door de practical shooting, specialisten (die overigens in federaties van Europees verband georganiseerd zijn (de International Practical Shooting Federation heeft zijn hoofdzetel in Brussel) worden gegeven aan militante rechtse jongeren op militaire domeinen en op allerlei schietclubs waaraan ook politiemensen deelnemen. De trainingen gaan uit van de ideologie dat de mensheid te verdelen is in mensen zonder en mensen met wapens. De mensen zonder wapens zijn in de ogen van de practical shooter het wild dat gejaagd moet worden. Degene die over een wapen beschikt - of hij nu politieman is, of militair of extreem-rechts militant of een sportschutter - is zich van zijn menszijn bewust. Het bezit van een wapen maakt het in aanzet mogelijk macht uit te oefenen over degene die geen wapen heeft. Een dergelijke bewustwording gelieerd aan het wapengebruik en een dergelijke training moet wel tot situaties leiden die uit de hand lopen. Het is de practical shooting commando-techniek die men terugvindt bij de grote slachtingen in de warenhuizen gedurende de jaren tachtig. In dezelfde periode vindt ook een offensief van extreem-rechts plaats tegen sleutelorganen in het staatsapparaat die een rem vormden op het verder afbouwen van de democratie. In tegenstelling tot de militaire veiligheidsdienst is de Belgische staatsveiligheidsdienst een dienst die niet afhankelijk is van het Ministerie van Binnenlandse Zaken of Defensie, maar van Justitie. Zij hield zich overeenkomstig de regels van de rechtsstaat niet alleen bezig met extreem-linkse subversieve bewegingen, maar ook met extreem-rechtse subversie. Probeerde dus een te eenzijdige kijk op de situatie te voorkomen. De Staatsveiligheidsdienst besteedde dan ook toenemende aandacht aan de toenemende activiteiten van extreem-rechtse subversie. Als reactie daarop is vanuit extreem-rechtse hoek geprobeerd te infiltreren in de dienst. Dat heeft geleid tot een totale destabilisatie van deze dienst. Een opmerkelijk gegeven dat zijn hoogtepunt bereikt in 1985 en dat als gevolg heeft dat de meest antidemocratische krachten eigenlijk de rem van de staatsveiligheid hebben weten uit te schakelen. In de eerste helft van de jaren tachtig doet zich nog een derde fenomeen voor. In de jaren zeventig is er in België een debat gevoerd over de "nieuwe politie-technieken (te vergelijken met recente debatten in Nederland. In het verlengde van de Koude Oorlog is de Belgische overheid te rade gegaan bij de bondgenoot over de plas. Enige van de beste speurders uit de Belgische politiewereld (rijkswacht en gerechtelijke politie) werden naar de V.S. gestuurd om daar een opleiding te krijgen in undercoverwerk. Die scholing had een dramatisch effect. Men kreeg - net zoals in veel andere Europese landen - een training die alleen paste in het kader van de Amerikaanse wetgeving. Die Amerikaanse wetgeving staat veel meer toe dan in elk ander Europese democratie gebruikelijk is. Ze kwamen terug met een formidabele opleiding die alleen paste in de Amerikaanse context, maar totaal onwettelijk was in het Belgische kader. In België is het niet toegestaan om via provocatie, dus door middel van het aanzetten tot het plegen van een misdrijf, over te gaan tot arrestaties. Nadat er rond 1973 een Nationale Brigade wordt opgericht die speciaal wordt ingezet voor de drugsbestrijding en die veel gebruik gemaakt heeft van infiltratie en provocatie zien we een paar jaar later dat het voltallige Nationale Drugsbureau in België in de cel zit wegens het zelf verhandelen op grote schaal van drugs voor eigen rekening en verrijking. De verantwoordelijken op het niveau van het beleid (zoals de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken), de verantwoordelijken aan het hoofd van de politiediensten, kortom die de mensen naar Amerika gestuurd hebben voor de opleiding bij de DEA en die hen nadien bewust in het Belgische kader hebben ingezet met methodes die in het Belgische kader niet toelaatbaar waren, waren dus mede verantwoordelijk voor de gecreëerde situatie. Toen het grote proces François -genoemd naar de commandant van de drugsbrigade - plaatsvond en enkelen werden veroordeeld (de meesten trouwens) is er een enorme crisis ontstaan in het Belgische politiewezen. Er waren mensen die totaal gedemotiveerd raakten en die - vooral binnen de rijkswacht - gewelddaden gingen plegen tegen de hiërarchie en tegen de politieke overheid van het land. Ze keerden zich eigenlijk tegen de Staat, in wiens dienst ze worden geacht te opereren. Er zijn aanslagen gepleegd tegen leidende officieren in het Rijkswachtcorps. Men heeft met succes een diefstal georganiseerd van de meest sophisticated wapens van de elite-eenheid ter bestrijding van de terreur in België. De elite-eenheid leed een enorm gezichtsverlies door deze diefstal uit de best bewaakte kazerne in België. Het was een eerste stap in een reeks van politiek gemotiveerde gewelddaden, een spiraal die zich buiten het korps gaat ontwikkelen met name door het optreden van de Bende van Nijvel. Wat in de jaren zeventig zich in kringen van de Rijkswacht en ordehandhavers afspeelt, treedt in de jaren tachtig daar buiten om te culmineren in de gebeurtenissen van 1985.

…..