MÖHLMANN, Thomas



Hij is de man


Hij vouwt bootjes van zijn dromen, blaast zachtjes

om niemand wakker te maken hun papieren zeilen

vol en kijkt ze zachtjes zachtjes na tot uit het raam


hij houdt als de ochtend aan komt rollen de kozijnen

en de lijsten rond de foto's op hun plaats en wacht

tot alles bedaart en iedereen aan het ontbijten slaat


hij houdt de hele dag de kleine en de grote wijzer

aan de praat, hij houdt de straat tot het schemeren gaat

in de gaten, als een jas passen hem de gang en de wanden


als een spijker hangt aan hem het huis


hij is de man die 's nachts de vuilniszakken leegt

de lepels in de la legt, de grote en de kleine

jassen aan de kapstok aan hun lusjes hangt.