PIRYNS, Remi


Gebed voor het vaderland

Wil toch, o grote God, dit onheil van ons wenden
Dat opgehitste haat misdadig d’eendracht schende
Die kin’dren van één land in eendracht samenbindt.
Het moegeleden volk treft met verdwaasde handen
Zijn trouwste, beste bloed, scheurt heil’ge eenheidsbanden,
Door leiders zonder hart belogen en verblind.

O veel bedrogen volk, verjaag die gier’ge wolven,
Uw vrijheid hebben z’ haast in ’t donker graf gedolven,
Die herders, wreed en vals, die nooit verzadigd zijn.
Schep stout een nieuw gezag dat kan en durft te leiden
Dat stevig samensmeedt wat oude veten scheidden,
Dat ’t wezensdoel u toont, ontdaan van aardse schijn.

Heer, laat het prinsenvolk der oude Nederlanden
Niet ondergaan in haat, in broedertwist en schande.
Maak dat uit d’oude bron nieuw leven nogmaals vloeit,
Schenk ons de taaie kracht om fier, vol vroom vertrouwen,
Met nooit gebroken moed, ons land herop te bouwen,
Tot statig als een eik, voor U ons volk herbloeit.