W.H. AUDEN
Prevent the dog from barking with a juicy bone, Silence the pianos and with muffled drum Bring out the coffin, let the mourners come.
Scribbling in the sky the message He is Dead, Put crêpe bows round the white necks of the public doves, Let the traffic policemen wear black cotton gloves.
My working week and my Sunday rest My noon, my midnight, my talk, my song; I thought that love would last forever, I was wrong.
Pack up the moon and dismantle the sun. Pour away the ocean and sweep up the wood; For nothing now can ever come to any good
|
Smoor met een vette kluif het geblaf, Doe de piano’s zwijgen, breng met stille trom
De kist naar buiten. Dragers, kom!
En de boodschap Hij is Dood krabbelen in de lucht, Hang crêpe strikken rond witte duivenkragen,
Laat verkeersagenten zwarte handschoenen dragen.
Mijn werkweek en mijn Zondagstroost, Mijn noen en middernacht, mijn gesprek, mijn lied,
Ik dacht dat liefde eeuwig duurt: ik wist het niet.
Steek de maan weg en ontmantel de zon; Giet de oceaan leeg, veeg het woud schoon. Want nu wordt niets ooit weer gewoon.
|