GARCIA LORCA, Federico




Adelina de paseo


La mar no tiene naranjas.

ni Sevilla tiene amor.

Morena, qué luz de fuego.

Préstame tu quitasol.


Me pondrá la cara verde,

zumo de lima y limón,

tus palabras, pececillos,

nadarán alrededor.


La mar no tiene naranjas.

Ay, amor.

Ni Sevilla tiene amor!



Adelina wandelt


De zee heeft geen sinaasappels,

en in Sevilla vind je ook geen liefde.

Brunette, wàt een licht van vuur.

Leen me je parasol.


De zee zal me groene pulp geven,

- sap van limoen en citroen -,

je woorden – visjes -

zwemmen rond.

De zee heeft geen sinaasappels.

Oh!, liefste.
En in Sevilla woont ook geen liefde!

Vertaling Z. DE MEESTER



Adelina walking

The sea does not have oranges,

nor does Sevilla has love.

Brunette, what a firelight,

lend me your parasol.


My face will turn green,

juice of lime and lemon

your words, tiny fishes,

will swim around.


The sea does not have oranges,

Ay, love!

And there is no love in Sevilla!


Translation: Z. DE MEESTER





Pequeño vals Vienés

En Viena hay diez muchachas,

un hombro donde solloza la muerte

y un bosque de palomas disecadas.

Hay un fragmento de la mañana

en el museo de la escarcha.

Hay un salón con mil ventanas.

¡Ay, ay, ay, ay!

Toma este vals con la boca cerrada.

Este vals, este vals, este vals,

de sí, de muerte y de coñac

que moja su cola en el mar.

Te quiero, te quiero, te quiero,

con la butaca y el libro muerto,

por el melancólico pasillo,

en el oscuro desván del lirio,

en nuestra cama de la luna

y en la danza que sueña la tortuga.

¡Ay, ay, ay, ay!

Toma este vals de quebrada cintura.

En Viena hay cuatro espejos

donde juegan tu boca y los ecos.

Hay una muerte para piano

que pinta de azul a los muchachos.

Hay mendigos por los tejados.

Hay frescas guirnaldas de llanto.

¡Ay, ay, ay, ay!

Toma este vals que se muere en mis brazos.

Porque te quiero, te quiero, amor mío,

en el desván donde juegan los niños,

soñando viejas luces de Hungría

por los rumores de la tarde tibia,

viendo ovejas y lirios de nieve

por el silencio oscuro de tu frente.

¡Ay, ay, ay, ay!

Toma este vals del "Te quiero siempre".

En Viena bailaré contigo

con un disfraz que tenga

cabeza de río.

¡Mira qué orilla tengo de jacintos!

Dejaré mi boca entre tus piernas,

mi alma en fotografías y azucenas,

y en las ondas oscuras de tu andar

quiero, amor mío, amor mío, dejar,

violín y sepulcro, las cintas del vals .


Kleine Weense wals


In Wenen zijn tien meisjes samen,

een schouder waarop de dood uithuilt,

een bos van opgezette duivenlichamen.

Er is een flard van de morgen

in ‘t museum van rijm geborgen,

Er is een zaal met duizend ramen.

Ai, ai, ai, ai!

Wals met mij met de mond verborgen.


Deze wals, deze wals, deze wals,

van ja, van dood en brandewijn

die zijn sleep in de zee dipt.


Ik wil je, ik wil je, ik verlang je,

met de leunstoel en de dode zang,

door de droefgeestige gang,

op de duistere zolder met leliebehang,

in ons bed van de maan is het feest

en in de droomdans der schildpad het meest.

Ai, ai, ai, ai!

Wals met mij de dans van de gebroken leest.


In Wenen zijn er vier spiegeldeuren

waarin je mond en de echo’s opfleuren.

Aan de piano wordt doods gezwegen

zó dat de jongens er blauw van kleuren.

Er zijn bedelaars op daken te bespeuren.

Er zijn verse kransen van snikken geregen.

Ai, ai, ai, ai!

Wals met mij in mijn armen uitentreuren.


Want ik wil je, ik wil je, mijn lief,

op zolder waar kinderen spelen, 'k Wil

van oude Hongaarse lampen dromen, die

door ‘t rumoer van de lauwe middag komen,

schapen zien en lelies van sneeuwlicht

doorheen de donkere stilte van je gezicht.

Ai, ai, ai, ai!

Wals met mij dit eeuwige liefdesgedicht.


In Wenen zal ik met je dansen, hier

vermomd als 't hoofd

van een rivier.

Kijk naar mijn oevers van hyacinten! ‘k Zal

mijn mond tussen je dijen begraven,

mijn ziel aan foto’s en witlelies laven,

en in je donkere rondingen dolen

mijn lief, mijn lief, ik wil je beloven

viool en graf, de linten van de wals.


Vertaling: Z. DE MEESTER






Omega

Poema para los muertos


Las hierbas.

Yo me cortaré la mano derecha.

Espera.

Las hierbas.

Tengo un guante de mercurio y otro de seda.

Espera.

¡Las hierbas!

No solloces. Silencio, que no nos sientan.

Espera.!

¡Las hierbas!

Se cayeron las estatuas

al abrirse la gran puerta.

¡Las hierbaaas!


Omega, gedicht voor de doden



Het gras.

Ik ga mijn rechterhand afhakken.

Wacht even.

Het gras.

Ik heb een handschoen van kwikzilver en een andere van zijde.

Wacht even.

Het gras!

Snik niet. Stil, dat ze ons niet horen.

Wacht even!

Het gras!

De beelden verbrokkelen

bij het opengaan van de poort.

Het graààs !


Vertaling: Z. DE MEESTER




Cada canción


Cada canción

es un remanso

del amor.


Cada lucero,

un remanso

del tiempo.

Un nudo

del tiempo.


Y cada suspiro

un remanso

del grito.



Elk lied


Elk lied

is een rustplek

van de liefde.


Elke ster,

een water

van de tijd.

Een knoop

in de tijd.


En elke zucht

een haven

van de schreeuw.


Vertaling: Z. DE MEESTER