VERBRUGGEN, Dirk
Mechelen
Mechelen
web van straten
en, er middenin, kerk
en toren, als dikke
kruisspin, en ik dan
die van deze stad niet
af kan, en haar gelaten
overal met mij mee draag,
alsof het altijd herfst zou zijn
alsof het altijd stil en ik weet
niet waarnaartoe zou zijn
ach, wat
een verdriet is het om van deze stad
te zijn, de toren is zo groot, en ik
maar eigenlijk toch niet hoor
ik blijf hier eeuwig klein.
Vader
alsof hij maar even weg is
vandaag komt hij niet
vandaag heeft hij belangrijker zaken
aan zijn hoofd
hij moest even weg om dood te gaan
nee, vandaag heeft hij het te druk
met sterven
kijk, dat gaat toch niet
hij kan toch niet overal te gelijk zijn
nee, vandaag is hij doodgegaan
maar morgen
morgen komt hij weer aan
Het bakkersmeisje
Het bakkersmeisje
had poeder op haar armen
zodat hij vragen wou
mag ik even over uw armen blazen
mag ik het even laten sneeuwen
en dan zien hoe vlug het dooit
maar hij vroeg maar liever een brood
want bakkersmeisjes, die dooien eigenlijk nooit