BOL, Monique



onderweg


onderweg naar nergens ver, langs het pad

van paardenbloemen, voorbij de boomhut


met mijn kinderwens. zouden ze er nog liggen,

de brief van jou, de vieze boekjes van mijn broer


voorbij het huis met houten hek en schimmel

op de blauwe deur die nooit meer open gaat


ver naar nergens onderweg, langs het pad

van pluizenbollen - op zoek naar wie ik was