ANONIEM – Ic sach een scuerduere open staen



Ic sach een scuerduere open staen


Ik zag een schuurdeur openstaan

Een avond als de mane scheen

Als ik er binnen wilde gaan

Stootte ik me tegen enen steen

Ik zag er niemand dan hen tween

Daar zag ik twee witte been

Devotelijk te gode waarts


Peinst om mij, zuster Leute

Gaarne, broeder Lollaert

Meteen sloop ik ter deuren in

Al achter ene korentas

Daar hoorde ik dat dat zusterkijn

De Cokerduunse Souter(1) las

Beide lagen zij in 't vlas

De keuvel(2) die daar opperst was

Die docht me draven als een paard


Peinst om mij, zuster Leute

gaarne, broeder Lollaert

…..

(1) Psalmboek (met niet zo stichtelijke inhoud