BAKKER, Bert
In Memoriam
Zij had haar heimwee naar het leven overwonnen.
En zich aandachtig op het sterven voorbereid.
En zo - volkomen losgemaakt van aarde en van tijd -
Is zij gerust de overtocht begonnen.
Wij hadden voor het laatst ons om haar bed verzameld.
En aan ons allen viel het afscheid nemen zwaar.
Maar zij bleef onaantastbaar voor ons rouwmisbaar,
En heeft alleen verrukt ‘vaarwel’ gestameld.
Zij was nog jong - àlles aan haar
Was jong en even broos en breekbaar als doorschijnend glas.
Wij wisten niet, dat het zò moeilijk was,
Te zeggen: Vader, neem haar maar.
Nòg zeggen wij: Uw wil is goed.
Zij leeft in licht en zonder pijn en hinder.
Maar dagelijks wordt ons moede hopen minder,
Haar éénmaal weer te zien en dan voorgoed.
Stervende
Weer wordt het morgen - ditmaal voor het laatst?
men schikte uw lichaam gister reeds tot sterven -
en ik zie in een raam de gloed der zon weerkaatst,
die deze kamer kleurt met aarzelende verven.
wij zijn nu samen en ik houd uw hand,
zolang de angst nog in uw ogen staat te lezen,
zolang gij deel hebt aan de zachte brand,
die langzaam, doch veroverend komt gerezen.
ik weet, dat ik u nu niet helpen kan,
want dat men heel alleen het afscheid door moet maken
van aarde en tijd en het bezit daarvan,
vóór ons de dood bereikt en afdoend aan kan raken.
slechts dit: dàt ik het weet en zwijgend bij u ben,
opdat ik mij alvast aan hem en zijn verschrikking wen.