VIJNCKE, Katelijn
Vriendschap
Het water rimpelt wrikkeloos
doorheen de tijd.
Hoe dieper je luistert,
hoe meer je ziet.
Zuiver water kent geen bodem
en er tintelt altijd
iets aan de oppervlakte.
Het is de stilte zelf,
terwijl het voortdurend borrelt.
’t Is fijn en kwetsbaar
als kristal wanneer twee mensen
op dezelfde golf zitten.
In het land van alles anders
In het land van alles anders
is alles andersom
Wat hier recht is
is daar krom
In het land van alles anders
geven de mensen tenen
want de armen
zijn er benen
In het land van alles anders
staan de bomen
met hun wortels naar omhoog
De mensen groeien naar beneden
in plaats van naar omhoog
Een bijzondere Johan
Sneeuw brengt wit in de lucht,
warm wit, zoals zijn ligstoel
en zijn bed. Straks is hij meeuw
zomaar in volle vlucht.
Dan zal hij glanzen in de zon
En eeuwig voor mij schitteren in zijn wit.
Hij zal over zee vliegen,
warmte meebrengen naar mijn balkon.
Daar zal ik huilen als de wind;
iedereen zal de diepkristallen
pegels van jaren ingetogen liefde
vederzacht horen vallen.
Ik zal smelten omdat hij niet meer is,
genieten als een warme herinnering.