BRUNCLAIR, Victor J.
Hoge vaas
Omwenteld door een draaikolk van geraas
staat rild en rijzig in haar kring van licht omtogen
een spel van saamgezongen bogen
de witte, hoge vaas.
Laat af de aanslag ener plompe hand
Langsheen de reinheid harer flanken
laat af de schennis der ontwijde klanken
die aanspoelt op haar koele rand
Het was een opgewaaierd vuur
dat zijn verkronkelde gestalt ontrolt
en plotseling ongerept en puur
daar als een vlamvorm star wordt spits gestold
De knecht
Het voorhoofd wit de rug recht
de handen loom zo staat de knecht
Hij streelt de rijzweep van meneer
gepoetste laarzen zijn hem spiegel
van freules hoed kamt hij de veer
en geeft de schoothond stiekum priegel
Loodlijn plomp omhangen met livrei
op overspel hij luikt de blinden
Als de infante danst op de schalmei
snuift hij verrukt haar lieve geur van hinde
Uit het prentenkabinet
kent hij ‘t murw geslacht der vadren
Aan de overtrek van ’t bed
woelt een bloedstorm door zijn adren
Als heengaan al de hoge gasten
dooft hij ’t allerlaatste licht
en raapt het drinkgeld waar zij brasten
met een verveeld en honds gezicht
De man met hersens in het kamp
…..
Ja hersens had hij en veel geest
Hij is niet lang bij ons geweest
Want op een nacht sloeg een granaat
¾ weg van zijn gelaat
Zijn hersens hingen aan de wand
Zo stierf hij voor het vaderland.
…..
De Goochelaar
…..
Geacht publiek, hier is een hoge hoed,
bezie hem scherp, bezie hem goed,
er is geen voering en zijn bodem is niet loos
maar let erop, past erop, ’t is een pandoradoos.
…..
Heil de nattevingerling!
Kleine kantate
Over de stoep van het lager huis
treedt de heer rijksafgevaardigde onder hoge buis
men zegt dat het volstaat een muntstuk in de slip van zijn jas te steken
om hem twee uur lang stormendermond te horen spreken
de heer onder hoge buis
zijn gebaren zijn episch zijn mond is een sluis
geef acht op de achtglans van zijn hoge zijden
want die geeft zijn schijn onblusbaar tot het einde der tijden
de heer in galadas en hoge buis
laat het getij nooit verlopen
loven en bieden pingelen en kopen
is dat geen politieke rol
edel en voornaam op onze schone wereldbol
Als het schip van State kapsijst en vergaat met man en muis
spoelt nog aan wal de heer in hoge buis
hij trotseerde de storm in zijn hoed een heus notedopje
en zet hem nu triomfantelijk weer op zijn kopje
de heer in hoge buis
komt van alle kale reizen behouden thuis
en ziejewel is nooit ofte nooit abuis
een publiek man
doet wat hij kan