DE GROOT, Jan H.



Bombardement


(Euterpestraat, 26 november 1944, 13.45u.)

Ziezo, de bommen zijn gebarsten.
Ik stond juist voor het venster, toen
de eerste gierende tyfoon
zich zwiepend van zijn vracht ontlasttte
en d'andere het vol rantsoen
raketvuur in de puinhoop knarste.


Ziezo, de doden zijn gevallen,
elk heeft zijn tol betaald.
De oogst is ongeveer bepaald
van vriend en vijand en vazallen.
Gewonden uit het puin gehaald
liggen van pijn hun vuist te ballen.


Ziezo, wie is er niet tevreden?
De diep vervloekte Euterpestraat
kreeg eindelijk haar nieuw gelaat,
vrucht van de vurigste gebeden.
De kinderen door de schrik verlaat,
zijn tot hun spel weer aangetreden.


Ziezo, de as ligt in de watten
van rook die door de gaten zwicht.
De maan komt vol en vederlicht
de natte sintels goud bespatten.
En ik schrijf langzaam dit gedicht.
Er is een eind aan mijn bevatten.