MEULDERS, Richard
Semper paratus
Langs een lijzig zwanepad
Door het riet, op blote voeten
Sloft de oude sjeik voorbij.
Lustig zingen zwarte eendjes
Drijven door het zilte gras
Met een leuk geel petje op
Zeg eens, bever, ben je mal
Loopt daar in je beste pakkie
Slingert door het groene woud?
Koosje, kaasje, botervloot
Wim was stout, krijgt geen trompetje
Snikt zijn hele bloesje vol.
Ra, ra wat mag dit wel wezen
Dat zo driftig bonketiert
Kost een ijsje echt zo duur?
Zieke keel en blauwe paling
Op zijn weekse, dikke buik
Plompt een kikker heel tevreden.
Avond valt en lichtjes sterven
Kindjes kruipen bedje in
Zwarte sikkel maait de tijd.
Opus X
Langs de poriën van verderf
Zuigt de cirkel immer meer
Bange dromen die ik kerf
In een hand van hete teer
Die zich wentelt rond haar keel
Die kreunt als zij naar adem snakt
De zwarte ring in het witte meel
Die door haar bloed wordt blauwgelakt.
Dan is de cirkel stil
En de poriën sluiten hun ogen.
Hij rilt, want de avond is kil
En ‘t leek hem of ’t lijk had bewogen.