DELA MONTAGNE, Victor
Antwerpen
En aan de wilde Schelde,
daar rijst de grijze stee,
op alle watervelden
draagt schip bij schip, als eertrofee,
haar wapens en haar kleuren mee....
Hoezee de wilde Schelde,
hoezee de grijze stee
Aan Vlaandrens stroom, de wilde,
daar ligt de kunstenstad,
tresoren puur en milde,
der eeuwen erf, der eeuwen schat,
houdt ze in haar stenen schrijn gevat....
Hoezee de stroom, de wilde,
hoezee de kunstenstad!
Aan wiegelende wellen
daar rijst ze in 't blauw verschiet:
de blanke zeilen zwellen,
de beiaard zingt zijn helder lied:
't is weelde en rijkdom, waar gij ziet....
Hoezee de blauwe wellen,
de stede in 't klaar verschiet!
En aan de wilde Schelde,
daar rijst de grijze stee;
de geest van onze helden
hun moed in nood, hun vlijt in vree,
leeft voort in hare zoons.... Hoezee,
Hoezee de wilde Schelde,
hoezee de grijze stee!