DECKWITZ, Ellen
Brief voor mijn ouders
Vanochtend heb ik besloten
om van jullie te scheiden.
Ik denk dat er ooit wel tijden
aanbreken waarin we vrienden
kunnen zijn. Maar voorlopig
lijkt wat afstand me verstandig
en voor alle partijen fijn.
De zonnebank is voor jullie,
het tosti-apparaat voor mij.
De Wii gaat naar pap en de oppas
is voor mam, als ze me mist
heeft ze tenminste iemand
die haar troosten kan.
Ik ga wonen in de McDonald’s
(scheiden maakt het leven
niet voor alle partijen slechter)
voor een bezoekregeling
met de hond moeten jullie maar
even bellen met de dierenrechter.
Het is voor iedereen beter als ik
niet langer bij jullie rondspook.
Het scheelt bovendien verhuisdozen
sjouwen. Maak je geen zorgen,
als jullie het kunnen kan ik het ook.
PS: Mijn zusje mogen jullie houden.
Bij de rand
Maar hij wilde het zo graag
dus ik kuste hem,
het water kloste al op zijn enkels kant,
het soort waarvan vitrage wordt gemaakt.
hij liet zich zakken in het water
luchtkralen regen zich aaneen
en ook de zon ging onder
ik bleef nog heel lang achter
op het strand. Tot mijn rug begon te jeuken
ik dacht nu komen vast mijn vleugels door.
Nevel gumt alles boven de grasvlakte uit
Nevel gumt alles boven de grasvlakte uit
en stilte trekt op als slaap. Geruisloosheid
zoals thuis, daar zijn bleke dames.
Ze dragen dolle kervel in hun haren, ze kolken
beneden je stuur. Flarden komen op
als een steigerend ros. In de verte zie je dat
boven in de mist een luikje opengaat.
Een mensje eruit staart. Het nog even zwaait.