DOUWES DEKKER, Olaf
stromend zilver
de oude stad wast zich uit water omhoog
een onzichtbare hand bladert de jaren, het
gedempte zilver stroomt alle tranen droog
bruggen, bomen, klinkers en kaden trekken
de stad in haar voegen terug, door het water
de koning te rijk vloeit het leven van later
pijn is van hout
de pijn van hout ziet het huis niet aan
wierook is ’t die het open raam ontvlucht
achter de kamperfoelie speelt een piano
hoog ruisen grove dennen hun naalden
maar planken kraken, achter het beschot
schrikken de pissebedden gillend wakker
terwijl de dagen verschimmelen, een geur
waar de oude kachel al jaren op stookt
bij afscheid verlaat het huis het laatste uur
de droom gaat op in rook tussen het groen
dan zet de tijd zich schrap, verlost de hel
de hemel en voelt pijn de pijn niet meer