CLITEUR, Paul
Tegen de decadentie . De democratische rechtstaat in verval.
…..
Wie denkt dat sommige waarden en normen wél universele gelding hebben, heeft eenvoudigweg te weinig gereisd. Hij denkt dat de gewoonten van zijn dorpje in de hele wereld als dwingende moraal ervaren worden. Wie gelooft in absolute waarden en normen is een gevaarlijke ayatollah of een wereldvreemde gelovige. De ware wereldburger weet te relativeren. Hij is ruimdenkend en tolerant. De consequentie van het relativisme is ook dat niet één cultuur beter of superieur kan zijn aan een andere. Er is immers geen bovenculturele maatstaf op basis waarvan men een dergelijke superioriteit zou kunnen vaststellen. De liberaal-verlichte intelligentsia van de moderne tijd beschouwt het relativisme min of meer als vanzelfsprekend. Neem de volgende uitspraak van de journalist-intellectueel Marcel van Dam: ,,Wie bereid is over de grenzen van de eigen cultuur en de eigen generatie heen te kijken, moet tot de conclusie komen dat culturen nooit beter of slechter zijn dan andere culturen. In iedere cultuur heb je ploerten, heiligen en alles wat daartussen zit. En zelfs die uitspraak moet gerelativeerd worden omdat er geen absolute criteria zijn om af te meten of iemand een ploert is of een heilige.''
Wie het relativisme niet onderschrijft, omdat hij gelooft in universele waarden en normen, wordt meteen provincialisme en benauwdheid toegeschreven. Hij kan kennelijk de grenzen van de eigen cultuur en generatie niet overstijgen. Dat moet wel een erg geborneerd mens zijn. Als voornaamste argument voor het relativisme lijkt hier te worden opgevoerd dat, omdat er geen absolute criteria zijn om vast te stellen of iemand ploert of heilige is ook niet kan worden uitgemaakt wie dat is.
Maar het cultuurrelativisme kan niet anders dan in nihilisme eindigen, precies zoals gebeurde in de Griekse sofistiek. Als je zegt dat niet de mens als soort, maar elke individuele mens de maat van alle dingen is, waarom zou je dan nog met elkaar debatteren over morele zaken? Dat is allemaal zinloos. Moraal is dan tenslotte een zaak van opinie, en over smaak valt niet te twisten. In die positie heeft het ook geen enkele zin meer te zeggen: ,,Wat in nazi-Duitsland gebeurde was afschuwelijk'', immers: 's lands wijs, 's lands eer. We kunnen ook geen vrouwenbesnijdenis in Sudan afwijzen, want wie zijn wij om 'onze cultuur' aan hen als voorbeeld voor te houden? We kunnen ook de mores van jeugdbendes in het eigen land niet meer veroordelen, want die mores maken deel uit van die specifieke cultuur. En alle culturen zijn toch gelijk?
Mogen we Europees superioriteitsgevoel cultiveren?
…..