HANEGRAAF, Marijke
Onwezenlijk 2
Mocht je me uitnodigen op je feestje
wat zal ik afwezig zijn.
Ik zal menen dat je me uitnodigt
omdat het hoort. Het zal me zo verwarren
dat ik niet mezelf ben en niet weet
wat ik moet zeggen, iets zeg wat niet ter zake doet
iets wat het gesprek opbreekt en waarvoor ik
me schaam. Noemt iemand dan mijn naam
dan zal het vreemd zijn dat ik dat ben.
Verlangend naar wat ik zou doen
als ik hier niet hoefde zijn
lach ik mee zonder te weten waarom
en verstar ten slotte tot zwijgen
waarin ik meer en meer word
iemand die vol zit met overbodige belevenissen
iemand met een onnodig lichaam
iemand die ertussenuit wil knijpen
voordat de tijd toestemming geeft om te gaan.