BLOMBERG, Niels
Lachgas
Ik weet dat het wordt aangeduid als N2O
of ouderwets als stikstofoxidule
Ik ken de wetenschappelijke namen.
Ik weet dat het wordt gebruikt
in operatiekamers en nutteloos
zou zijn geweest bij de Marne.
Ik weet niet hoe het ruikt
of hoe het smaakt
of hoe het voelt
Soms is het er gewoon
Dan zie ik mondhoeken krullen
en ogen glinsteren in de zon
Soms is het er gewoon
in lentegroen of herfstrood
in vogel-V van noord naar zuid
Soms is het er gewoon
in een woord dat rolt van een tong
en stilvalt op een trommelvlies
ODE AAN GEMAAL LOVINK
De macht der Zuiderzee getemd door Lely’s plan.
Nooit breekt hier meer een dijk door visie van één man.
Al gaan nog wel de wind en golfslag hier te keer,
geen Noord- of Waddenzee stuwt op in’t IJsselmeer.
Maar dat is niet genoeg voor hem die verder kijkt:
Het meer moet echt getemd, bedwongen en bedijkt.
Zijn water bergt een schat, zijn bodem maakt ons rijk.
Maar hier vang ik mijn vis, treurt men in Harderwijk.
De dijk komt in het meer, het randmeer is een feit.
Nu moet de polder leeg, de pomp begint zijn strijd.
De Veluwnaar beziet de reus van steen en staal.
Fier staat het aan de kim, ’t is Lovink’s trots gemaal.
Zijn schoepen scheppen voort, het water naar omhoog.
Zo komt in korte tijd de nieuwe polder droog.
Daar op zijn gevel staan de boer en visserman.
De pompen staan op wacht, bewaken Lely’s plan.
Persiflage op een negentiende-eeuws lofdicht.
Plaats Delict
Ooit was ik een eenvoudige straathoek
Eén van de vier
Eén van de duizenden
Ontmoetingsplaats van ijle lucht en vluchtige groeten
Met voeten getreden door gehaaste voorbijgangers
Een stoeprand en wat tegels met los zand aan elkaar liggend
Dekmantel voor water, gas en licht
Scheidsvlak tussen boven- en onderwereld
Maar nu ben ik PD
De bron van kruit en DNA
Met strenge krijtstrepen die verhalen van moord en doodslag
Een strakgespannen lint bakent mijn grens af
Mijn afgunstige broers torsen mijn bewonderaars
Wie mij vroeger schielijk betrad, stopt nu op eerbiedige afstand
Wereldwijd verschijnt mijn beeld op tv
Ieder anker is op mij gezakt
Lenzen speuren naar mijn geheimen
Microfoons smeken om mijn waarheid
Maar ik zwijg
Laat niets los
In het belang van het onderzoek