VAN PAEMEL, Monika
De vermaledijde vaders
…..
Beide broers doen aan tempelwachters denken, maar we moeten ons vooral niet vergissen, ze zien er evenmin uit alsof ze met een bijrol genoegen zullen nemen. De oudste kijkt zuur, alsof hij vermoedt bij de erfopvolging te zullen worden overgeslagen ten voordele van zijn jongste broer. De eenzelvigheid in persoon, maar uiterlijk lijkt hij nog het meest op zijn vader. Het enfant terrible staat aan de andere kant, een verdacht licht in de ogen, lichtjes vooruitgeschoven onderlip, vrijmoedig treedt hij voor het voetlicht. Men weet, daar staat er eentje die brokken gaat maken. Niet te temmen door zijn vader, de oogappel van zijn moeder, gezegend met een onuitputtelijke levensdrift, maakt hij het verlies van vele zonen goed. […] En toch zal hij fataal de verkeerde kant kiezen. […] „Nagel aan mijn doodkist,
‟
lachte de moeder toen ze er nog om kon lachen. Maar hij was minstens tien nagels waard, en de ander tien werden aangedragen door het jongetje
…...
Maar dat zij zich daar goedschiks bij neer zou leggen… Op de kop laten zitten. Monddood maken. Een veredeld fornuis om mannetjes in te bakken. Met die ogen. Dat figuur. De paraplu in de aanslag… Een temperament om u tegen te zeggen..
…..
Celestien, de gebenedijde moeders
…..
Met mijn rok veeg ik het raam schoon, stof en spinnenwebben, er is hier een eeuw lang niet schoongemaakt. Het is alsof ik door een troebele camera kijk, ik verstijf van de schrik, vrees dat de oorlog zal verschijnen of mijn verloren kinderen, maar dan wrijf ik verbeten verder, dat raam moet schoon, het kan niet dat ik me vergis, de mensen en hun verschrikkingen, nee, zo was het niet bedoeld, het gaat om het leven en niet om de dood, ach, mijn engeltjes, zalig mogen ze wezen, het is alsof ze om mijn hoofd fladderen, en ziedaar, eindelijk, de kruinen van de bomen, de daken, de torenspits, en verder het land, zinderend en wuivend, alsof het vers is geschapen, weids als de zee, die ik ontwaar aan de horizon, waar water en hemel samenvloeien. Daar kom ik vandaan en daar ga ik weer heen. Verhef je, mijn hart.
…..