Drs P (POLZER, Heinz Hermann)


Gedetineerd


Hier zit ik vastgebonden

En niet op losse gronden

Want ze hebben mij gegrepen en verhoord

Ik ben veroordeeld en getransporteerd naar de Gevangenpoort

Zodoende kwam ik hier te wonen in een klam gewelf

Ik babbel met mezelf

En met het ongedierte, want ik heb niet veel te doen

Ik nuttig mijn rantsoen, met groot gebrek aan zorg bereid

En daarna kauw ik op de tijd


Ik kan me niet bewegen

Daar heb ik iets op tegen

Bovendien word ik van al mijn slaap beroofd

Want elke tien seconden valt een druppel op mijn moede hoofd

Er zijn wel erger straffen, die een schelm kan ondergaan

Zo wordt er veel gedaan

Om vreugde te verschaffen aan de burgers van de stad

Met hakblok, galg en rad, ofwel men stelt hem aan de kaak -

Dat is voor 't lichtere vermaak


Ik heb door euveldaden

Mijzelf met schuld beladen

Als een schoelje, een schavuit, een schobbejak

En daarom valt die druppel telkenmale op mijn schedeldak

Maar elders worden schurken zonder meer gevierendeeld

Wat ook al gauw verveelt

De vindingrijke Turken hebben een gepunte paal

Die in het darmkanaal van de hieropgeplaatste man

Vrij soepel binnendringen kan


En daarbij vergeleken

Heb ik het goed bekeken

Al met al ben ik wel redelijk geluimd

Omdat ik voel dat door die druppel mijn bewustzijn wordt verruimd

Zo'n waterdruppel laat je niet met rust; dat heeft zijn nut

Eerst maakte hij een put

Nu is het al een gaatje, dat mijn horizon verwijdt

Mijn denken wordt bevrijd, ik kom volledig van de grond

En heel Den Haag draait in mij rond

Ik was commuyne poorter, maar ik bracht mijzelven voort

Uit de Gevangenpoort

Ik hoor een hemels koor terwijl mijn glinsterende geest

Zich opmaakt voor het feest; wat een betoverend gezicht:

Alleen maar licht, licht, licht!



Notlebbarg

O, mocht ik dat moment weer eens doorleven

Dat droombeeld toen de zon ter kimme vlood

Terwijl rondom de avonddampen dreven

De inhoudrijke stilte… en nog even

De wonderbare kleur – het nevelrood.


Het Land Is Moe

Het land is moe, de hemel grijs

De wind is koud, zo koud als ijs

Mijn jas is dun, de kleur is vaal

De weg is lang, de boom is kaal

Mijn rug is krom, en macht is recht

De lucht is vuil, het brood is slecht

De vloer is rot, het dak is lek

De ruit is stuk, het kind is gek
…..
De muur is klam, het licht is zwak

De hond is vals, de stoel is wrak

Het geld is krap, het brood is slecht

Of had ik dat al eens gezegd

Het oog is dof, het bloed is rood

Het haar is grijs, het paard is dood

Het vlees is taai, het werk is zwaar

Het bier is duur, het lied is klaar


Even uw aandacht graag

Even uw aandacht graag!

Korte berichtgeving:

Ondergenoemde

Is niet meer in beeld –

Wat hier (behalve voor

Onbelangstellenden)

Hartelijk groetend

Wordt medegedeeld.


Begin eens bijvoorbeeld met twaalf lettergrepen

Begin eens bijvoorbeeld met twaalf lettergrepen
Vervolg dan met elf, en met tien enzovoort
Het is met zulke schrandere knepen
Dat de vakman de lezer bekoort
Telkens zo'n syllabe minder
Veredelt het metrum niet
Daarin zit de hinder
Zoals u wel ziet
Nu nog 'n paar
Doch meteen
Zo maar
Een


Het goede boek

Het goede boek – je kunt het zomaar kopen

Je neemt het mee, je zet het in een kast

Het zal je nimmer voor de voeten lopen

Maar legt, zodra je wilt, een wereld open

En daarin ben je dan zijn eregast


Dodenrit

We rijden met de troïka door 't eindeloze woud

Het vriest een graad of dertig, het is winter en vrij koud

De paardehoeven knersen in de pasgevallen sneeuw

't Is avond in Siberië en nergens is een leeuw

We reizen met de kinderen, al zijn ze nog wat jong

Door 't eindeloze woud waarover ik zo-even zong

Een lommerrijk en zeer onoverzichtelijk terrein

Waarin men zich gelukkig prijst dat er geen leeuwen zijn

We zijn op weg naar Omsk, maar de weg daarheen is lang

En daarom vullen wij de tijd met feestelijk gezang

Intussen gaat zich iets bewegen in de achtergrond:

Iets donkers en iets talrijks en het lijkt me ongezond

Ze zijn nog vrij ver achter ons, ik zie ze echter wel

Het is een hele massa en ze lopen nogal snel

En door ons achterna te lopen halen zij ons in

Wat onvoordelig uit kan pakken voor een jong gezin

De donkere gedaanten zijn bijzonder vlug ter been

Ze lopen op vier poten, en ze kijken heel gemeen

Ze hebben grote tanden, dat is duidelijk te zien

Het zijn waarschijnlijk wolven en kwaadaardig bovendien

Al is de toestand zorgelijk, ik raak niet in paniek

Ik houd de moed erin door middel van de volksmuziek

We kennen onze bundel en we zingen heel wat af

Terwijl de wolven nader komen in gestrekte draf

Het is van hier naar Omsk nog een kleine honderd werst

't Is prettig dat de paarden net vanmiddag zijn ververst

Wel jammer dat de wolven ons toch hebben ingehaald

Men ziet de flinke eetlust die hun uit de ogen straalt

We doen heel onbekommerd en we zingen continu

Toch moet er iets gebeuren onder moeders paraplu

En zonder op te vallen overleg ik met mijn vrouw

"Wie moet er aan geloven," vraag ik, "Toe, bedenk eens gauw"

Moet Igor het maar wezen?", "Nee, want Igor speelt viool"

"Wat vind je van Natasja?", "Maar die leert zo goed op school!"

"En Sonja dan?", "Nee, Sonja niet, zij heeft een mooie alt"

Zodat de keus tenslotte op de kleine Pjotr valt.

Dus onder het gezang pak ik het ventje handig beet

Daar vliegt hij uit de trojka met een griezelige kreet

De wolven hebben alle aandacht voor die lekkernij

Nog vierentachtig werst en o, wat zijn wij heden blij

We mogen Pjotr wel waarderen om zijn eetbaarheid

Want daardoor raken wij die troep voorlopig even kwijt

Zo jagen wij maar voort als in een gruwelijke droom

Ajo ajo ajo al in die hoge klapperboom

Daar klinkt weer dat gehuil en onze hoop is weer verscheurd

De wolven zijn terug en nu is Sonja aan de beurt

Daar gaat het arme kind, zij was zo vrolijk en zo braaf

Nog achtenzestig werst en in Den Haag daar woont een graaf

Ik zit nog na te peinzen en mijn vrouw stort menig traan

En kijk daar komen achter ons de wolven al weer aan

Dus Igor, 't is wel spijtig maar jij wordt geen virtuoos

Nog tweeënvijftig werst en daar was laatst een meisje loos

Nu Igor is verwijderd hebben wij weer even rust

Maar nee, daar zijn de wolven weer, op nog een part belust

De doodskreet van Natasja snijdt ons pijnlijk door de ziel

Nog zesendertig werst en in blauwgeruite kiel

Mijn vrouw en ik zijn over, dus we zingen een duet

En als 't even mee wil zitten halen we het net

Helaas, ik moet haar afstaan aan de hongerige troep

Nu nog maar twintig werst en Hoeperdepoep zat op de stoep

Ik zing nu weer wat lustiger want Omsk komt in zicht

Ik maak een sprong van blijdschap en verlies mijn evenwicht

terwijl de wolven mij verslinden, denk ik "Dat is pech

Ja Omsk is een mooie stad, maar net iets te ver weg"

(Trojka hier, trojka daar)

Ja, je ziet er veel dit jaar

(Trojka hier, trojka daar)

Overal zit paardehaar

(Trojka hier, trojka daar)

Steeds uit voorraad leverbaar

(Trojka hier, trojka daar)

Zachtjes snort de samovaar

(Trojka hier, trojka daar)

Met een Slavisch handgebaar

(Trojka hier, trojka daar)

Doe het zelf met naald en schaar

(Trojka hier, trojka daar)

Is dat nu niet wonderbaar

(Trojka hier, trojka daar)

Twee halfom en een tartaar

(Trojka hier, trojka daar)

Een liefdadigheidsbazaar

(Trojka hier, trojka daar)

Hulde aan het gouden paar

(Trojka hier, trojka daar)

Foei hoe suffend staat gij daar

(Trojka hier, trojka daar)

Moeder is de koffie klaar

(Trojka hier, trojka daar)

Kijk daar loopt een adelaar

(Trojka hier, trojka daar)

Is hier ook een abattoir

(Trojka hier, trojka daar)

Basgitaar en klapsigaar

(Trojka hier, trojka daar)

Flinkgebouwde weduwnaar

(Trojka hier, trojka daar)

Leve onze goede Tsaar!




Knolraap en lof, schorseneren en prei


En thans, broeders en zusters

Willen wij gezamenlijk zingen dat heerlijke lied

“Knolraap en lof, schorseneren en prei”

Op bladzijde 85 van onze bundel


Rampen bedreigen het menselijk leven

Knolraap en lof, schorseneren en prei

Waar zijn geloof, hoop en liefde gebleven

Knolraap en lof, schorseneren en prei


Gif in de bodem, lawaaiige buren

Knolraap en lof, schorseneren en prei

Buien en lagere temperaturen

Knolraap en lof, schorseneren en prei


Libanon, El Salvador, Suriname

Knolraap en lof, schorseneren en prei

Weekbladenroddel en etherreclame

Knolraap en lof, schorseneren en prei


Degeneratie en makelaardij

Knolraap en lof, schorseneren en prei

Heel onze wereld wordt 1 woestenij

Knolraap en lof, schorseneren en prei


(Halleluja)


Dalende omzet en stijgende lasten

Knolraap en lof, schorseneren en prei

Liegen , bedriegen, oneerbaar betasten

Knolraap en lof, schorseneren en prei


Vuil en verval en terreur in de straten

Knolraap en lof, schorseneren en prei

Popidioten en voetbalfanaten

Knolraap en lof, schorseneren en prei


Kwalijke ziekten en vieze gezwellen

Knolraap en lof, schorseneren en prei

U hoef ik zeker wel niets te vertellen

Knolraap en lof, schorseneren en prei


Duistere driften en afgoderij

Knolraap en lof, schorseneren en prei

Wie zal ons redden, wie maakt ons weer vrij

Knolraap en lof, schorseneren en prei


(Waar is de Heer?)


Overal zien wij ze groeien, de horden

Knolraap en lof, schorseneren en prei

Mensen die steeds minder menselijk worden

Knolraap en lof, schorseneren en prei


Mensen die jengelen, mensen die bulken

Knolraap en lof, schorseneren en prei

Mensen die lasteren, schimpen en pulken

Knolraap en lof, schorseneren en prei


Mensen, gespeend van gevoel en geweten

Knolraap en lof, schorseneren en prei

En wat die mensen niet allemaal eten

Knolraap en lof, schorseneren en prei


Nooit meer, nooit meer keert het getij

Knolraap en lof, schorseneren en prei

En zet u dit er dan ook nog maar bij

Knolraap en lof, schorseneren en prei


Knolraap en lof, schorseneren en prei

Knolraap en lof, schorseneren en prei…