TORFS, Gust


Het sleutelkind

Dag vader en dag moeder, 'k ga trouwen,

'k ga voorgoed de deur uit, wees nu blij

maar uw felicitaties die moogt g’houwen

d'r meent ge toch geen fluit van, allebei

g'hebt heel m'n jeugd naar mij niet omgekeken

zelfs als 'k van school kwam, waart ge nooit thuis

als ik jullie nodig had

dan lag alleen de sleutel

de sleutel van de deur onder de mat

En weet ge wel hoe dikwijls den dezen

'n briefje heeft gevonden in die tijd

waarin dan heel schijnheilig stond te lezen:

"We moeten dringend weg, tot ons groot spijt

maar ge zult in d'ijskast nog wel wat over vinden

en kijk daarna maar wat naar TV,

allez, allez, tot morgen schat

ge vindt wel de sleutel

de sleutel van de deur onder de mat."

Dag va, dag moe, nu ga 'k er over zwijgen

maar ik hem m'n les geleerd, neem dat maar aan

'k weet zeker als 'k ooit kinderen zal krijgen

dat er geen één voor 'n gesloten deur zal staan

want uw mening over "thuis" en over "kinderen"

wordt nu door mij heel anders opgevat

wees daar maar zeker van

bij mij ligt nooit de sleutel

de sleutel van de deur onder de mat


wees daar maar zeker van

bij mij ligt nooit de sleutel

de sleutel van de deur onder de mat ...

(bewerking: Z. DE MEESTER)