MICHELS L.C.
STRAKS
Straks als ik dood ben, en die starre planken,
Zes in getal, zich voegen om mijn lijf,
Dan sterven van dit ondermaans bedrijf
Gelijkertijd de veelverscheiden klanken.
Hoe zal het zijn? De dienst van spijs en dranken
Verloor zijn zin en doel in dit verblijf.
Het hart viel stil. De leden werden stijf.
Geen roering in de strakgestrekte flanken.
Geen oogslag meer op bloemen en op kruiden,
Noch tasten of beweeg van hand of voet.
Het oor, zo gretig eens, vangt geen geluiden.
De reuk verging. Het immer stromend bloed
Liet zich zijn eindelijke rust beduiden.
De rust. Alles is stil. Alles is goed.