HERCKENRATH, Adolf


De mist heeft alle lijn gebroken

De mist heeft alle lijn gebroken

en als een wakke vlucht

van wattig waas en roerbre roken,

gehangen in de lucht.

Nauw breken door elkaar als golven,

de dampen van de smoor.

De nevel heeft de dag bedolven

en laat geen klanken door


Het najaarsleven ligt gevangen,

en ’t tere weefsel laat

om alles diep zijn schaduw hangen

waarin het al vergaat.