MOORS, Els
alba
ik wilde vragen waar is het licht?
maar het brak al door het bladerdek van de boom heen
en omarmde de stam
het gutste al van mijn voorhoofd
tijdens mijn uitgeputte dansen over dit te smalle koord
want dan is mijn lief breed als een oceaan
waar ik niet over heen geraak
dan leunt hij blauw en stil tegen mijn blik aan
als was hij al bijna doodgegaan
terwijl de maan zich nog door
de hemel sleept walst de wereld
alweer door de open ramen bij ons
naar binnen wil ik beminnen
word ik bewerkt verpletterd en verslagen
het licht baant zich een weg
en glinsterend is wat ik weet
dat ik nog een keer
voor ons zal moeten sterven