SIERKSMA, Fokke
S.O.S.
God
deze angst
is niet te dragen:
een rood signaal,
dat danst op wilde vlagen
in de grenzeloze nacht.
ik weet niet
waar ik vluchten moet
voor ’t staag gehamer van mijn bloed.
Wie scheurt de vaalheid dezer nacht?
God
Ik wacht.
Liefde
In nacht na nacht zal ‘k tot u komen,
en buigend over uw gelaat,
mij steeds weer sidderend bezinnen,
hoe schaduw tuss’ ons ogen slaat.
Ons blijft het in elkaar verstromen
der wateren ontzegd
met de eigen ziel, met ‘t ander lichaam
op ’t kruis van dit bestaan beslecht.