DUCHEYNE, Jan


Gedicht 1

Op dit moment danst een bloedmooie,

onbereikbare vrouw met zwart golvend haar,

De tango van haar leven op een houten

vloer uit de vorige eeuw.

Eveneens nu, vult iemand een formulier in

dat beslist over de rest van zijn leven.

Terwijl tegelijkertijd een blauwdruk van de toekomst

Aan de deur van het verleden wordt gespijkerd

Met twee geroeste nagels.

Door wanhoop gedreven beslist een individu,

op te gaan in de massa

Om zo de onfortuinlijke situatie

waar hij het middelpunt van leek

te zullen blijven,

om te buigen

in zijn voordeel

door rechtsomkeer te maken,

en daarbij

elk spoor

van zichzelf uit te wissen.

Waarna hij onder een tram terecht komt

en ter plekke sterft.

Een plein wordt naar iemand vernoemd,

een vrouw vraagt een man

wat hij aan het doen is,

terwijl hij enkel wenst

met rust gelaten te worden.

Een idee wordt weggewuifd,

een keerpunt blijft uit,

alsof er niks is gebeurd.

Een vrouw gaat verder met het dansen van de tango,

alsof haar leven ervan afhangt.

Een man leest zijn krant,

een andere man bestelt koffie,

een derde vult het winnende lotto formulier in,

een vierde gaat bij het leger voor het leven,

een vijfde bedriegt op dit eigenste moment

zichzelf én de vrouw van zijn leven,

een zesde neemt ontslag,

een zevende vertrekt op reis,

een achtste leent een boek uit

terwijl hij zich had voorgenomen dat nooit meer te doen,

een negende man – goeie vriend van nummer acht – kijkt drie jaar later

naar het voorwerp

en beschouwt het als zijn bezit..,

dit besef duurt net lang genoeg

om het de volgende seconde

alweer te zijn vergeten,

net als de gedachte het boek ooit terug te geven.

Een man danst de tango van zijn leven

en leest de dag erna zijn krant van achter naar voor,

vult vervolgens het winnende lotto formulier in,

bedriegt zichzelf én zijn vrouw,

neemt ontslag,

vertrekt op reis,

neemt een boek van de plank

dat hij lang geleden

heeft geleend van een vriend

en valt

vervolgens over boord

bij een boottochtje

dat hij enkel besliste te maken

om de tijd te doden,

terwijl hij een seconde

voordien nog nietsvermoedend

opging in de onwaarschijnlijke ontknoping

van het zich na al die tijd

net niet helemaal openbarende meesterwerk.

Een operatie slaagt.

Een dokter blaast vermoeid terwijl

hij van zijn eerste sigaret van de dag trekt.

Een kind sterft aan op de verkeerde plaats geboren zijn.

Een helikopter cirkelt boven de plaats des onheils.

Een indiaan zwijgt.

Een vrouw denkt terug

aan de laatste pas van de tango van haar leven,

die ze gisteren heeft gedanst,

ze ziet, hoort en voelt houten planken,

met ziel en al

terug kraken.

Ze pinkt een traan weg en voelt daarbij

die ongrijpbare, kortstondige sensatie

waar melancholie blijdschap overstijgt.

Een leger wordt uitgeroeid.

Een stam bestaat niet meer

van de ene op de andere seconde.

Een man kookt terwijl hij naar Astor Piazzola luistert,

een vrouw strijkt de hemden van haar pater familias,

een kind leert latijn,

een paard struikelt

waarna een ander kind sterft onder het gewicht,

een vogel strijkt neer op een balkon

een ogenblik schijnt magie in zich te hebben,

er wordt getwijfeld,

er zijn tal van dagen waarop deze dag

zich zou onderscheiden

van de andere, maar het gebeurt niet,

althans niet vandaag.

Terwijl het regent is er opeens

geen plaats meer voor maandenlange droogte.

Een pijl treft doel. Een hamer vindt het aambeeld,

een historisch zwaard blijft altijd scherp.

Een man opent een deur,

een vrouw sluit een gordijn.

Een stap wordt gezet.

Een beslissing is genomen,

lippen beroeren elkaar,

vlees wordt strak gespannen,

ogen gesloten, kleren van lichamen gerukt,

een houten vloer kraakt behoedzaam,

het ene hoogtepunt samen met het andere.

Een man opent zijn ogen.

Een vrouw staat op.

Trekt haar door het toeval van het moment gekreukte,

doch meer dan ooit als voor haar ontworpen,

perfect zittende rode jurk aan,

strijkt de plooien glad

en begint

Pas per pas, aan de dans, de Tango,

dé Tango van elk aan een onzichtbaar

zijden draadje hangend leven,

Alsof in elk geval de wereld

Gisteren, dansend

en in alle rust

Is vergaan.