BOEKEN, Hein
Café-chantant I
En onder 't zuivergele gaslicht blozen
Blanke arme' en halze', en glanst het gouden haar,
En kruise' of spreiden zich in roze hozen
De fijne slanke benen, paar naast paar.
De blouse' omsluite' in veler-hande posen
De lichamen, die groeiden jaar en jaar
Tot schoot en boezem konden voede' en kozen
Wat in haar groei' met pijn en lijfsgevaar.
En schoot en boezem werden lekkernij
En speelgoed voor de mannen, die genieten
Van lekker, maar het meest van mensenlijf.
Nu zitten daar die vrouwen op een rij
En zinge' om beurte' een liedje van genieten
En zijn een blijd en vrolijk tijdverdrijf.