VANHOLE, Kamiel



Bea
…..
Haar geheugen deugt nog. Ze weet hoe krap de houten huisjes geweest zijn die langs haar oevers werden opgetrokken, en ze weet ook hoe snel die in krotten veranderden, waar mossen en wilde anjers weer vrij spel kregen. Ze kent de molens nog die ze heeft aangedreven. Het graan dat ze heeft plat gewreven, de boomschors voor de leerlooierijen. Ze heeft slijpmolens doen draaien en vollersmolens, waar laken werd gewalst tot het soepel en viltig aanvoelde…

…..
en toen was het gebeurd, ja, daar en toen was ze zich voor het eerst oeverloos gaan voelen, een ander woord was er niet, het was alsof ze buiten de grenzen van haar lichaam kon treden, nooit eerder was haar zoiets overkomen en het had haar zo aangegrepen dat ze het had uitgeschreeuwd, met een vreemde triomfantelijke kreet. Want nog meer dan een gevoel, was het een soort overmacht geweest, gegroeid uit het berstensvolle besef dat je met al je dierbare vezels deelnam aan het Grote Concours van het Heelal..…. En ze was echt aan het vibreren geweest, unisono met de dingen, daar twijfelde ze niet aan.

…..