VANHOLE, Kamiel
De man die een woord uitvond
…..
En dan was er nog iets, een onzichtbare materie die alsnog geen naam had en die toch anders was dan de ons omringende lucht. Ze kon het resultaat zijn van gistende wijn, van maagoprispingen en van het verbranden van houtskool. Koolzuur zouden we nu zeggen, CO2, maar die termen bestonden nog niet. Om het fenomeen te kunnen duiden moest ik een ander woord verzinnen, een term die nog dagelijks door miljoenen mensen in de mond wordt genomen.
Want dat is het godswonder: de werkelijkheid ontstaat uit de taal.
Niets bestaat wat niet in woorden is gegoten en wie een nieuwe naam geeft, gooit de deuren van de waarneming open.
Volgens het WNT werd het woord gas geheel willekeurig, door mij uitgedacht, waarbij mij echter het Griekse chaos voor de geest zweefde, dat ik naar het Nederlandse klankstelsel wijzigde: chaos, chas, gas. Ik getuigde het zelf: “Hunc spiritum, incognitum hactenus, novo nomine Gas voco”. Deze tot nu toe onbekende geest duid ik met de nieuwe naam Gas aan.
Dit gas bleek een luchtvormige, veerkrachtige vloeistof te zijn, welker deeltjes de eigenschap hadden zich zoveel mogelijk van elkaar te verwijderen en zich aldus in de ruimte te verspreiden. Het is samengesteld uit onzichtbare atomen die bij intense kou samenkomen en zich dan verdichten tot minuscule druppels.
Van dit gas ben ik de ontdekker: Jan Baptist van Helmont
…...
Bea
…..
Haar geheugen deugt nog. Ze weet hoe krap de houten huisjes geweest zijn die langs haar oevers werden opgetrokken, en ze weet ook hoe snel die in krotten veranderden, waar mossen en wilde anjers weer vrij spel kregen. Ze kent de molens nog die ze heeft aangedreven. Het graan dat ze heeft plat gewreven, de boomschors voor de leerlooierijen. Ze heeft slijpmolens doen draaien en vollersmolens, waar laken werd gewalst tot het soepel en viltig aanvoelde…
…..
en toen was het gebeurd, ja, daar en toen was ze zich voor het eerst oeverloos gaan voelen, een ander woord was er niet, het was alsof ze buiten de grenzen van haar lichaam kon treden, nooit eerder was haar zoiets overkomen en het had haar zo aangegrepen dat ze het had uitgeschreeuwd, met een vreemde triomfantelijke kreet. Want nog meer dan een gevoel, was het een soort overmacht geweest, gegroeid uit het berstensvolle besef dat je met al je dierbare vezels deelnam aan het Grote Concours van het Heelal..…. En ze was echt aan het vibreren geweest, unisono met de dingen, daar twijfelde ze niet aan.
…..
Laat het met water beginnen.
En laat dat water een rivier zijn die door het hoge gras op de straat komt aanrennen.
Laat ook de wind goedzitten, laat de bries uit dezelfde richting komen waaien als de rivier opdat hij haar draf zou kunnen aandragen.
En laat dat liedje ons elke dag opwachten, elke ochtend als we op ons werk verschijnen. Ook al is het zo vertrouwd dat we het niet eens meer horen.
…..