VERBURG, Heleen


Assepoes
…..
Ik was heel erg mooi van binnen.

Ik kon zweven in de ruimte.

Ik kon dansen op een vloer van ijs.

Ik had geen gewichten aan mijn voeten.

En iedereen die ik tegenkwam, riep: O wat mooi!

Ze waren blij.

Ze waren blij dat ik zo mooi kon dansen.

Dus ik danste en ik zong en ik was gelukkig.

En de mensen werden blij.

Zo'n soort meisje was ik in mijn droom.

De vader begint te huilen
…..