COPPERS, Toni
De zaak Magritte
…..
En dus woonde Berger op de zevende verdieping in een van de mooiste flatgebouwen van Brussel, Le Saillant de L’Yser, het imposante art-decogebouw tegenover de al even imposante en prachtige Citroëngarage uit de jaren dertig.
De ironie was dat de woning hem gestolen kon worden en hij er alleen maar aan vasthield omdat Camille erin geleefd had. Ze had erin gekookt en gelachen en er als een echte Parisienne in gefoeterd en gevloekt, ze hadden er in liefgehad en wijn gedronken en gevreeën en als Berger heel hard zijn best deed, rook hij haar parfum nog in de kleren die onaangeroerd in haar kleerkast hingen. Crystalle van Chanel. Citrusvruchten. Kamperfoelie. Een zweem van hyacinten.
Na twee jaar inactiviteit raakten de spaarcenten stilaan op. Alex besefte soms dat hij geen andere keuze had dan ergens werk gaan zoeken, hoewel de gedachte alleen al, net als de geur van koffie, hem ronduit misselijk maakte.
De ochtend verliep zoals alle andere slechte dagen. Hij zwierf doelloos, bijna lethargisch door zijn flat, hij stond zo lang door het raam te staren dat zijn benen gevoelloos werden, hij mijmerde weg bij foto’s van Camille tijdens hun huwelijksfeest. Ondertussen dronk hij leeg wat er op zijn pad kwam.
…..