SANDERS, Inge
Ik kom soms voor
Ik kom soms voor in wanen.
Niet de mijne schijnt het.
Al lijk ik erin vaak aan zet,
leid ik liever af, in and’re banen.
Zoals ik opzie tegen het duet
van geestelijk titanen
Van mentaal reeds lang verganen.
Ik weet niet of je er op let.
En het doet er ok niet toe.
Of ik op de hoogte ben.
Van wie en wat en waar en hoe.
en of ik wel waarachtig ken,
de oorzaak van hetgeen ik doe.
Wat ik met steeds meer kracht ontken.