SCHAFFER, Alfred


Haar geur wordt alles


Achter ons raast een nachttrein

dor het weiland - wij kwamen van ver,

op verhaal, staan met lange jassen

in de gang, herhalen enkele gebaren.


Wij weten weer hoe deze vrouw ons

soms niet meer kon zien wanneer zij

door de grote kamer ijsbeerde, vlammen

van zich afsloeg, onverstaanbaar werd.


Iemand zal later, precies op dit moment

wellicht, met niet onvaste stem, zeggen

dat ook wij onze tijd hebben gehad.

Zoals afgesproken.


Een traditioneel gedicht


Het braakland in de verte. Een woord oud als de weg naar Rome,

we hebben de verleiding niet weerstaan. Lijnen en plannen maken

dit uitdijende weiland. We zijn aangekondigd - houd je mond toch,

je ziet ons spoken, zoek een betrouwbare bron, huiverig voor iets


dat maar voorbij blijft gaan. Dan sta je recht en grijpt me beet. Nee,

het was andersom, je viel zelfs in het slootje. ‘Klaar,’ sta je te gapen

naderhand - je sopt terug je kleren in en niets en alles is veranderd,

om vrolijk van te worden. We haperen, het lange gras gesmolten,


we konden erop wachten: een van ons raakt achterop. Jij was er al,

jij ploetert voort. Tot uit het zicht. Wind. Een formatie trekvogels.

Was dit volgens afspraak, dan hebben we elkaar niet goed begrepen,

we zouden voor het donker thuis. Ik roep nog iets, en haak dan af.



Je hebt nog geen woord gezegd


Wat moet hier veranderen? Er is geen tussenweg, de roltrap werkt,

de koffie is heet, de treinen vertrekken stipt op tijd, de file is opgelost.

Wat voorbij is past met gemak in een rugzak. Er is geen tussenweg,

we zijn het gewend ondertussen, de verrassing is er nu wel af zo


op het eerste oog, maar aan onze nachtelijke operaties komt geen eind.

De toerist die niemand aantreft in de hal van het hotel, de buurman

die zijn auto staat te wassen in zijn kamerjas, zijn vrouw die hummend

klaarkomt, de aanstaande bruid die haar jawoord repeteert op het toilet.


Deze onderbrekingen zijn gelukkig slechts van korte duur, morgen is

er weer een dag. Mijn accent is even wennen zeker - zie je me staan,

met bloedneus, vers van het front? Alles voor jou mijn lief, de bewijzen

liggen voor het oprapen. Doe een goed woordje voor me als je durft.