BUWALDA, Peter
Bonita Avenue
…..
Op een doordeweekse dag in 1993 bereikte Wilbert Sigerius het diepste punt door een man van tweeënvijftig dood te slaan. 'Nederland is een mooi land', zei Sigerius, 'als je niet wil deugen, staat er een grote professionele vriendenkring voor je klaar. Wie geen kloten heeft om gewoon aan de slag te gaan, maar wel een strafblad, die geven we een prachtige gesubsidieerde baan.'
Hij klonk verrassend bitter, een stuk rechtser dan gewoonlijk, dit was duidelijk een dicht-bij-zijn-bed-show, een kwestie waarbij zijn sociaaldemocratische principes overboord gingen.
…..
De rattenvanger van Tubantia in zijn blote lul. Hij zei: ‘Goed werk,’ en liet Aarons hand los.
De foto was geschoten op een zondagmiddag in Houten, meteen nadat de Varsity was verroeid, de stokoude studentenregatta tussen boten van alle universiteiten. Blaauwbroek, hoofdredacteur van de Weekly , had Aaron bezworen dat er iets stond te gebeuren: de Tubantiaboot had een olympische skiffeur aan boord én een jongen die in de Holland Acht naar Atlanta zou gaan. Toch was het opmerkelijk dat een rector magnificus zijn vrije dag opofferde om zich in een toerbus vol drinkende corpsballen naar het Amsterdam-Rijnkanaal te laten vervoeren. Tijdens de onbelangrijke nummers sloeg hij Sigerius gade vanuit zijn ooghoeken, de man stond tussen de bar en de houten tribune op het vochtige uiterwaardengras en liet zich omringen door een ratpack van beroepsstudenten, de Siemzeggers, het klassieke studententype dat er alles aan deed om zich de rector toe te eigenen. Sigerius leek schik in die knapen te hebben. Hij had ze uit hun stadse huizen gezogen, ze waren naar de campus komen zwermen, hakend naar studentenbaantjes op het beleidsbureau of bij voorlichting, goede sier makend met hun invitatie voor Sigerius’ jaarlijkse barbecue in de tuin van zijn boerderij. Aaron voelde jaloezie. Speelde de man toneel of had hij het echt naar zijn zin?
…..
Drinken en denken. Als een zombie hangt hij in het stugge bankje. Even heeft hij zin om toe te geven aan een zware, diepe vermoeidheid, maar dan schiet hij rechtop. Bloed stroomt naar zijn hoofd.
Hoe moet het met hemzelf?
Wanneer dit uitkomt? Een minister van Onderwijs met twee watermerken in zijn briefpapier: moord én prostitutie. Hij heeft een zoon die een man heeft doodgemokerd en een dochter die haar lichaam verhandelt op internet. Porno maal moord, zie daar de formule van zijn leven. O ja, reken er maar op, ze zullen Wilbert erbij halen, alles zal worden opgerakeld. Ze zullen hem het toneel af treiteren, hem opjagen en vernederen tot er niks meer van hem over is. Waaraan heb ik dit verdiend? Is mijn geluk op? Het zweet staat op zijn rug, zijn benen plakken.
…..
Aarons darmen rommelden. Waarom was hij niet op de plee gaan zitten? Er flitste iets donkers langs de gevel, hij hield zijn adem in, de man ging midden voor het woonkamerraam staan. Wat moest dat? Het volgende moment: een ongenadige bonk tegen het glas. Zijn hart schoot als een hond onder de bank. Twee platte vuisten als kindervoetjes tegen het raam, ertussen ontstond condens. Volledig uit evenwicht viel hij naar voren, kon ternauwernood verhinderen dat zijn kin openspleet op de rand van de granieten vensterbank, maar zijn knieën knalden met een donker metalen gebulder tegen de radiator aan. Toen hij opkeek, staarde hij in twee diepliggende, onrustige ogen. Het waren de brandende olievelden van Sigerius.
Hij wendde zich meteen af, boorde zijn kin in zijn borst. Was het zover? Zo zat hij, versteend op zijn hurken, winden tegenhoudend als Hansje Brinker, hevig in gevecht met hezt nabeeld. Wat was er gebeurd met Sigerius’ gezicht? Kwam het door de pui? Door verdriet, verslagenheid, vernedering? Het zag er verwrongen uit, ingevallen, alsof er een duivels masker was gemaakt van zijn oude gezicht.
Droomde hij dit ? Hij voelde tranen over zijn wangen glijden. Mol ook deze ruit, dacht hij. Verbrijzel maar. En verbrijzel daarna mijn hoofd. Hij was gevoelloos van angst: zijn knieën, zijn benen, zijn hele lijf, ze bestonden niet meer, al zijn zenuwen hadden zich verzameld in het puntje van zijn schedel, in afwachting van de klap.
Sla!
…..