PAALMAN, Iduna
De waarheid
De waarheid is: ik ben je zwembroek vergeten
en een pak sap, mijn zakmes ook, ik heb
alleen een handdoek voor mezelf, de waarheid
is: ik sta bij een heel andere plas, bij een heel andere
man, eentje met een hond, eentje die het water zelf heeft uitgegraven
zo met zijn handen door al die lagen, de waarheid is: ik laat me dragen
er is een picknickkleed met grasmotief en een schoonmoeder plukt ergens een boeket
schenkt de wijn bij, zegt verder weinig, een gil van een kind dat
voor het eerst te water raakt, mijn leven heb ik daar gelaten
waar het mij onmisbaar heeft gemaakt
daar zit je, niets te drinken, zo nat, zo naakt
het brood een onafgeschoten kogel op de grond
geen hond die op ideeën komt.
Hijsongeval
De kranen
kantelen uit hun evenwicht naar de bebouwde kom, de lucht
is nog even dat ingehouden blauw, een getuige noemt de klap
een grom, dan het wonder: niemand dood, alleen een hond licht
gewond.