DEN BRABER, Gerrit


La Mamma ( naar Robert GALL )


Zij is zigeunerkoningin

Zij heeft de trots van een vorstin

En toch zegt iedereen la Mamma


Zij is de moeder wijs en goed

Van kinderen met zigeunerbloed

Waar ook haar onderdanen zijn

Verstrooid als zand in de woestijn


Zij voelen hoe dat weet men niet

Het lijkt of men het voorziet

En de zigeunerkaravaan vertrekt

Komt overal vandaan naar la Mamma


Over de bergen, het ravijn

Zij moeten bij la Mamma zijn

Het wordt de laatste reis, la Mamma


En elke voerman maant tot spoed

Men weet, men voelt in elke stoet

En zacht weemoedig klinkt een lied

Van stil verdriet

Avé Maria, Avé Maria


La Mamma wacht dat voelt een kind

Ze gaan gedragen door de wind

Zo als het altijd is gegaan

Ze komen overal vandaan


Ze zijn op tijd, staan om haar heen

Ze lieten haar zo vaak alleen

Maar nu is iedereen bij Mamma


Haar zwarte haar werd zilvergrijs

Haar hart was mild, haar liefde wijs

Het afscheid valt haar nu niet zwaar

Ze kwamen allemaal voor haar


Nog eenmaal gaat haar blik in 't rond

Naar Georgio, eens een vagebond

En Mario de gitarist

La Mamma heeft ze zo gemist

Oh la Mamma


Zij was zigeunerkoningin

Zij had de trots van een vorstin

En toch zei iedereen la Mamma


Zij was de moeder wijs en goed

Van kinderen met zigeunerbloed

Zij staan nu allen om haar heen

La Mamma laat hen nu alleen

Avé Maria


Zij slaan een kruis en bidden zacht

Haar laatste dag wordt eeuwig nacht

Een laatste kus, zij moeten gaan

Zij kwamen overal vandaan


Mijn Gebed

Dit is uw orgel Heer,

Dit is uw kerk,

Ik loop zo maar binnen Heer,

Net van mijn werk

Niet voor de priester Heer, of het antiek

Ik kom alleen maar Heer, voor de muziek

Is het bezwaarlijk Heer, dat ik hier zit?

Maakt het wat uit o Heer, dat ik niet bid?

Ik Ben niet hervormd of zo, niet katholiek

Ik kom alleen maar Heer, voor de muziek

Ik kom hier vaker Heer, haast elke week

Nooit bij een zondags dienst

Nooit voor de preek

Als je alleen bent Heer, zonder publiek

Nou dan geniet je meer van de muziek

Ik had een rotdag Heer, 't lukte niet best

Ik werd door collega`s, Heer, ook nog gepest

Het komt door het orgel Heer, door uw trompet

Ik kwam haast ongemerkt door tot een gebed


Sophietje

Zij dronk ranja met een rietje, mijn Sophietje

Op een Amsterdams terras

Zij was Hollands als het gras

Als een molen aan een plas

Ik wist niet wat ik moest zeggen

Uit moest leggen

Iets wat Cupido wel weet

Dat ze mij meteen iets deed

Meteen iets deed

Ik zag meisjes in Parijs en in Turijn

In Helsinki, in Londen en Berlijn

Waar ik op de wijde wereld was

Zij mochten er wel zijn

Maar de mooiste van de mooiste is Sophie

In de liefde is ze zeker een genie

Want een meisje als Sophietje is een lentesymfonie

In haar stem hoor ik een liedje, melodietje

't Is een liedje met een lach

Dat ik hoor sinds ik haar zag

Sinds ik haar zag

Ik zag meisjes in Parijs en in Turijn

…..

Zij dronk ranja met een rietje, mijn Sophietje

Op een Amsterdams terras

Toen wist ik dat mijn Sophie de liefste was