THIES, Willem
De onmacht van Michelangelo
De wind neemt happen van het gras.
Iemand legt bloemen op een onbemand graf.
Een wit kind wuift met een wijde arm
en begint stil te zingen.
Een reepje stof hangt omlaag
van de stomp van een tak.
De wind haalt zijn hand door het gras.
Tandeloze kam.
Een bij harpoeneert mijn arm
en verliest lijf en leven.
Zoals een ieder die tot in de kern
tracht door te dringen,
in de huid steken blijft.
Er is een steen die men niet vormen kan naar zijn hand.
Confessie
ik wil geen kaarsen, kerkkoor, kruisen, rozenkransen
ik wil geen altaar, offerlam, tweesnijdend mes
ik wil geen Christusbeeld, aartsengel, cherubijn
ik wil geen broden, honing, vissen, rode wijn
ik wil geen brandend braambos, geen ambrozijn
ik wil geen predikant, priester of profeet
ik wil geen monnik, maagd of martelaar
ik wil geen zalvend, zegenend gebaar
ik wil geen misdienaar in rood en wit
ik wil geen wierookwalm, geen wijwater
ik wil geen bijbel, biechtstoel, Babylon
ik wil geen wonden in handen en voeten
ik wil geen lansen in flanken gestoken
ik wil geen mantel der liefde