VAN DUIJNHOVEN, Serge
Corridor de passage
Wij speelden als de klok sloeg volle uren,
we trapten alle dagen rond
we glommen in het donker als wormen
we waren licht en vettig, blind
we wilden wel maar wisten niet voornaam te zijn
de baard voornamelijk in de keel.
We struikelden over onze passes, onze woorden
we dribbelden onhandig als de hormonen in ons lijf
we verzwegen ons geheim dat roze als een tong lag
in de mond een roofdier klaar voor de sprong
we streken ons bloed uit over spiegels.
We wisten niet hoe overwinningen smaakten
hoe het zweet rook onder onze oksels
hoe de liefde eruitzag
we wisten heel weinig van het leven
we wisten heel veel
en met onszelf geen blijf.
De basis van het spel
Onze spelen zijn ons leven en
iedere wedloop is een levensloop;
een koers, een match die moet volbracht
een wedren van de ochtend tot de nacht
een strijd tussen twee gaten en wat lijnen
met een eind dat aansluit op de start
waarbinnen men in scherpe zin de tijd,
de punten telt en met een laatste bel-
of fluitsignaal het oordeel velt. Op de
tribune en daarbuiten wacht men af:
ben je de gevelde of ben je de held?
krijg je het speldje of krijg je het geld?
wie naar het hoogste streeft zal om
het bitterst strijden. Er is geen keus
het is eronder of erop. Het podium
of de strop.
Mortu tombu Miyi *
waarom de ene wel
de dans ontspringt
de ander niet?
een antwoord is
er niet
er ís geen reden
alleen het Lot
dat het heelal bestiert
volgens de wetten
van de willekeur
met een hand die nu
eens streelt en
daarna slaat
om zo de weg
te wijzen in de chaos.
* De zaak is voor mij gestorven en begraven (Haïti). ...