ROEMER, Astrid
ik wacht
ik wacht
bij de surinamerivier
waar lucht en licht
in water hangen
zee en rivier elkaar ontvangen
eb en vloed
golven van verlangen
ik wacht
adem met deining van troost
water zucht
over mijn gezicht
waarheid van zijn
tussen lucht en mij
ik wacht
afval aan oever met mij
sputum wordt golf
golf wordt rimpel
rimpel mijn gezicht
ik wacht
regen wordt rivier
zij overspoelt mij
zie zon noch sterren
heb geen gezicht
ik wacht
water verlaat mij
rivier trekt weg
poel van aarde staart
mij aan
waar ben je
///////////////////////////////////////
met mijn hete tropenkop
dacht ik winter houd toch op
altijd gore grijze luchten
wind die langs mij heen blijft zuchten
regen die maar neer blijft plensen
open plassen dichte mensen
maar opeens zie ik de lente
lammeren, muggen, vlinders melden
dat de zomer aan komt lopen
met wit zonlicht: hopen-hopen-hopen-hopen